Kinderalimentatie

Partners die samen één kind of meerdere kinderen hebben zullen afspraken moeten maken over de verdeling van de kosten van de kinderen wanneer ze uit elkaar gaan, bijvoorbeeld in de vorm van kinderalimentatie. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in een ouderschapsplan.

Behoefte van het kind

Om afspraken te kunnen maken over de verdeling van de kosten van de kinderen of over de hoogte van de kinderalimentatie, zal eerst een inschatting moeten worden gemaakt van de kosten die normaal gesproken voor de kinderen werden gemaakt. Door het NIBUD wordt hiernaar al jaren onderzoek gedaan. Dit heeft geleid tot de formulering van de zogenaamde NIBUD-normen. Deze normen bieden houvast bij het maken van afspraken over de omvang van de kosten van de kinderen. Hoe hoger het gezinsinkomen is (geweest), hoe hoger de uitgaven zijn die ten behoeve van het kind worden gedaan. Het bedrag dat uit de NIBUD-tabellen wordt afgeleid noemt men de behoefte. De behoefte van een kind die bij een bepaald gezinsinkomen past, is het bedrag dat in principe na een scheiding ook nog steeds aan een kind dient te worden besteed. De achterliggende gedachte van dit uitgangspunt is dat het kind in beginsel niet slechter af mag zijn na en door een (echt)scheiding van zijn ouders. Echter, of de financiële ruimte hiervoor ook aanwezig is na een (echt)scheiding zal moeten blijken. [conversiekader tekst=""]

Draagkracht van de ouders

Wanneer de behoefte van een kind is vastgesteld, dient vervolgens dus te worden nagegaan in welke mate ieder van de ouders in staat is bij te dragen in de kosten van de kinderen, in hun behoefte dus. Hiervoor is een richtlijn opgesteld die als uitgangspunt wordt genomen. Deze richtlijn noemt men ook wel de TREMA-normen. Thans is er ook een tabel ontwikkeld die antwoord geeft op de vraag welke draagkracht hoort bij een bepaald netto besteedbaar inkomen van ieder van de ouders. Mocht dit echter tot een onaanvaardbare uitkomst leiden, dan kan de rechter worden gevraagd om met bijzondere uitgaven, zoals de aflossing van schulden die zijn ontstaan gedurende de relatie, toch rekening te houden.

Draagkracht

Op het moment dat de kosten en de draagkracht zijn vastgesteld, kan worden berekend wat iedere ouder moet bijdragen in de kosten van de kinderen. Hoofdregel is dat de ouder waar het kind zijn hoofdverblijf heeft (de verzorgende ouder) een bijdrage ontvangt van de andere ouder (de niet-verzorgende ouder), om de kosten van het kind mee te voldoen. De niet-verzorgende ouder kan een zorgkorting ontvangen voor de dagen dat het kind wel bij hem/haar verblijft. Hoe meer dagen het kind bij de niet-verzorgende ouder verblijft, hoe hoger de korting is die kan worden toegepast op de bijdrage.

Afwijkende afspraken: een kinderrekening

Soms kiezen ouders ervoor om andere afspraken te maken, zoals een hogere of lagere kinderalimentatie. Dat kan ook door af te spreken dat de niet-verzorgende ouder bepaalde kosten van het kind rechtstreeks voldoet, zoals de sportkosten of schoolkosten. Soms kiezen ouders na een scheiding voor kinderalimentatie in de vorm van een kinderrekening. Op een speciale bankrekening storten zij dan (ieder) een vooraf afgesproken bedrag. Ook wordt afgesproken welke uitgaven voor het kind van deze rekening zullen worden betaald. Dergelijke afwijkende afspraken kunnen alleen in onderling overleg worden gemaakt; dit kan dus niet via een rechter worden afgedwongen. De familierechtspecialisten van AK Advocaten kunnen met u meedenken als het gaat om kinderalimentatie over een voor de hand liggende regeling in uw specifieke situatie. Als het niet lukt om in onderling overleg tot afspraken te komen over de kosten van de kinderen, en de hoogte van de kinderalimentatie, kan de rechter worden gevraagd hierover een beslissing te nemen. U kunt ons vragen te berekenen welke bijdrage volgens de richtlijn op z’n plaats zou zijn. Wij kunnen u ook bijstaan als een procedure nodig is om kinderalimentatie vast te stellen. Informeer vrijblijvend naar de mogelijkheden. Neem contact op. Familierecht