11 misverstanden over alimentatie

17 mrt 2021 Familierecht Anoeska van Ginderen

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.

Nog net voor het weekend begint, gaat mijn telefoon. Ik zie dat het Mirjam is. Een aantal jaar geleden heb ik haar geholpen bij het regelen van de gevolgen van haar echtscheiding. 

Mirjam vertelt mij dat haar ex-man Pieter vorige maand vanuit het niets gestopt is met het betalen van de kinderalimentatie. De kinderen zijn inmiddels 18 en hebben een bijbaantje. Hij heeft Mirjam laten weten dat hij niet langer hoeft te betalen. Maar klopt dat wel?

Ondanks het feit dat het aantal echtscheidingen in Nederland blijft toenemen, zijn er nog altijd veel misverstanden omtrent alimentatie. Hieronder geef ik graag een toelichting op 11 van de grootste misverstanden die ik bijna wekelijks voorbij hoor komen en probeer ik een en ander recht te zetten.

1. “Als ik minder ga werken, hoef ik ook minder alimentatie te betalen.”

Deze uitspraak wordt nogal eens gedaan, zodra men erachter komt welk te betalen bedrag er uit de alimentatieberekening volgt. 

De uitspraak is echter niet zonder meer juist. Zo wordt er in principe alleen rekening gehouden met een verlaging van het inkomen, indien dit niet verwijtbaar en vermijdbaar is. Als men er vrijwillig (ongeacht de reden) voor kiest om minder te gaan werken, wordt er aansluiting gezocht bij het eerdere inkomen. Een lager inkomen is in dit geval dus niet van invloed op de te betalen (of ontvangen) alimentatie. 

2. “Overspel speelt een rol bij alimentatie.” 

Het doet er in Nederland niet toe wat de oorzaak van de scheiding is of wie er schuld heeft. Dit speelt dus geen rol bij het vast stellen van partneralimentatie.

Dit kan alleen anders zijn indien er sprake is “van dermate grievend gedrag” (“wangedrag”) dat niet (langer) verwacht kan worden van de alimentatiebetaler dat hij/zij alimentatie blijft (of zal) voldoen. Hier wordt in de praktijk echter niet snel aan voldaan. Het is namelijk erg lastig te bewijzen.

3. “Ik hoef maar kinderalimentatie te betalen totdat de kinderen 18 worden.”

De wettelijke onderhoudsplicht voor (stief)ouders geldt (in beginsel) tot 21 jaar en dus niet tot 18 jaar, zoals veel mensen denken. Tot het bereiken van de 21-jarige leeftijd hoeft een kind zelfs niet te onderbouwen waarom hij/zij een bijdrage van zijn/haar ouders nodig heeft. Het feit dat een kind niet werkt of studeert (en hiertoe wel in staat zou zijn…), doet er in deze dus niet toe. 

In sommige gevallen wordt er voor het berekenen van een alimentatie voor een jong-meerderjarige wel rekening gehouden met eigen inkomsten. Dat moet dan gaan om substantiële en niet incidentele inkomsten. 

Vanaf het bereiken van de 18-jarige leeftijd dient de alimentatie in principe rechtstreeks aan het kind zelf betaald te worden. Slechts in het geval een kind ermee instemt dat de bijdrage nog steeds voldaan wordt op de wijze zoals voor het bereiken van de 18-jarige leeftijd het geval was, kan hiervan afgeweken worden. 

4. “Ik zie de kinderen niet meer en dan hoef ik dus ook geen kinderalimentatie meer te betalen.”

Dit klopt dus niet. Er wordt weleens gezegd: alimentatie is geen kijkgeld!

Ongeacht hoe vaak je de kinderen ziet, ben en blijf je onderhoudsplichtig voor ze.

Als de kinderen vaak bij je verblijven dan zal het bedrag aan kosten van de kinderen binnen jouw eigen huishouden aanzienlijk zijn. Indien je de kinderen minder vaak ziet, dan zullen de kosten in jouw eigen huishouden afnemen en die van de andere ouder toenemen. 

Het kan dan ook zo zijn dat je juist in dat geval een hogere bijdrage dient te voldoen. Dit kan wel anders liggen als de andere ouder de kinderen bewust en tegen jouw zin bij je weg houdt… 

5. “De partneralimentatietermijn is maximaal 5 jaar.”

Het klopt dat de wettelijke partneralimentatietermijn momenteel in beginsel maximaal 5 jaar bedraagt. 

Er zijn echter 3 uitzonderingen:

  • Als jullie samen kinderen hebben, stopt partneralimentatie pas als het jongste kind 12 jaar is geworden.
  • Heeft het huwelijk of geregistreerd partnerschap minimaal 15 jaar geduurd? En krijgt de alimentatieontvanger, binnen 10 jaar AOW? Dan duurt de alimentatieplicht totdat de ontvanger AOW krijgt.
  • Is de alimentatieontvanger geboren op of voor 1 januari 1970? Duurde het huwelijk of geregistreerd partnerschap langer dan 15 jaar? En krijgt de alimentatieontvanger over meer dan 10 jaar pas AOW? Dan is de alimentatieduur 10 jaar.

Bij samenloop van de hierboven genoemde omstandigheden, geldt de langste termijn.

Kom je in ernstige problemen als de alimentatie stopt? Dan kun je de rechter vragen de periode te verlengen. Je kunt vanzelfsprekend ook samen een kortere of langere periode afspreken. 

Heeft het huwelijk minder dan 10 jaar geduurd en is er geen sprake van een van de hierboven genoemde uitzonderingen, dan ontvangt de alimentatieontvanger  alimentatie voor maximaal de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde. 

6. “Onze gemaakte afspraken kunnen niet gewijzigd worden.” 

In de meeste gevallen is dit niet juist. Indien er sprake is van een wijziging van omstandigheden of indien er nooit aan de wettelijke normen en maatstaven voldaan is, kunnen de gemaakte afspraken in principe gewijzigd worden. 

Bij een wijziging van omstandigheden moet je bijvoorbeeld denken aan een verandering in de gezinssamenstelling, het trouwen met een nieuwe partner, een vermindering in inkomen die niet verwijtbaar en vermijdbaar is, een stijging van het inkomen of als bijvoorbeeld alle schulden afgelost zijn en er hierdoor weer draagkracht ontstaat. 

Indien er een echtscheidingsconvenant ondertekend is, is het wel verstandig om na te gaan of er iets afgesproken is over toekomstige wijzigingen.  Zo moet kinderalimentatie in principe altijd gewijzigd kunnen worden, maar ten aanzien van partneralimentatie kunnen er bepaalde situaties in het convenant uitgesloten zijn. 

7. “Ik heb het recht om te weten waaraan de kinderalimentatie besteed wordt.”

De alimentatieontvanger mag de alimentatie naar eigen inzicht besteden. In de praktijk zorgt dit geregeld voor onbegrip. 

Als jullie in goed overleg uit elkaar gaan, zou een kinderrekening een optie kunnen zijn. In dat geval kunnen jullie beiden zien waar het geld aan besteed wordt. Maar ook een dergelijke rekening brengt voor- en nadelen met zich mee. 

De norm is (en blijft) maandelijkse alimentatie. Een kinderrekening kan niet afgedwongen worden bij een rechter. In het geval dat jullie hierover geen afspraken kunnen maken, zal er dus een maandelijkse alimentatieregeling getroffen worden. Indien je dit niet wenst, is dit nog een extra goede reden om je ervoor in te zetten om er samen in onderling overleg uit te komen! 

8. “Als mijn ex een nieuwe relatie heeft, mag ik stoppen met het betalen van partneralimentatie.”

Het hangt er natuurlijk vanaf wat jullie afgesproken hebben, maar in principe is het zo dat dit alleen het geval is als een alimentatieontvanger samenwoont met een nieuwe partner “als ware hij of zij gehuwd”. 

In de praktijk is dit soms lastig aan te tonen. Er worden dan ook diverse procedures gevoerd, waarbij rechercherapporten een grote rol spelen.

Het is in ieder geval verstandig om na te gaan of hierover iets is afgesproken in een convenant. Er wordt hierin namelijk geregeld een proefperiode voor het samenwonen opgenomen. Op die manier kan de alimentatieontvanger uit proberen of het samenwonen echt is wat hij/zij ervan verwacht (voordat de alimentatie definitief komt te vervallen) en wordt de betaalplicht van de alimentatiebetaler gedurende deze periode opgeschort. 

9. “Bij co-ouderschap hoef ik geen kinderalimentatie te betalen.”

Vanzelfsprekend ben je als ouders vrij om bovenstaande afspraak te maken, maar als er aansluiting gezocht wordt bij de wettelijke normen en maatstaven, dan is dit geen gegeven. 

De rekenmethodiek is als volgt. De behoefte van de kinderen wordt berekend aan de hand van het netto gezinsinkomen in het jaar voorafgaand aan de echtscheiding. Vervolgens wordt de draagkracht van de ouders vergeleken. Het kan dus best zo zijn dat ondanks het feit dat de zorg voor de kinderen gelijkwaardig verdeeld wordt, de ene ouder meer verdient dan de andere ouder en hierdoor meer dient bij te dragen in de kosten van de kinderen dan de andere ouder. Mijn collega Anoeska schreef hierover onlangs een blog. 

10. “Als mijn (aanstaande) ex werkt of meer gaat werken, hoef ik geen alimentatie (meer) te betalen.” 

Dit hangt echt af van de situatie. De behoefte van de alimentatieontvanger wordt vastgesteld aan de hand van de huwelijkse welstand. Als de alimentatieontvanger werkt, voorziet hij/zij (voor een deel) in zijn/haar eigen behoefte. Als de behoefte op een hoger bedrag is vastgesteld dan het bedrag dat hij/zij zelf verdient en de alimentatiebijdrage er ook niet voor zorgt dat er vervolgens volledig in zijn/haar behoefte wordt voorzien, kan het zo zijn dat het feit dat hij/zij meer gaat werken niet van invloed is op de partneralimentatie.

Een herberekening in deze situatie is wel aan te raden. 

11. “Na ontbinding van mijn geregistreerd partnerschap hoef ik geen partneralimentatie te betalen.”

Het kan zo zijn dat jullie dit onderling overeengekomen zijn, maar net als bij een huwelijk is er wel een partneralimentatieplicht. Veel mensen realiseren zich bij het aangaan van een geregistreerd partnerschap niet dat dit (nagenoeg) dezelfde gevolgen heeft als een huwelijk. 

Ook voorafgaand aan het aangaan van een geregistreerd partnerschap is het dus raadzaam om je goed te laten informeren over de (mogelijke) gevolgen. 

Conclusie

Alimentatie is en blijft (om meerdere redenen) een lastig en vaak gevoelig onderwerp. Het is dan ook raadzaam om bijstand te zoeken van een gespecialiseerde familierechtadvocaat en/of mediator die jou bij dergelijke kwesties kan helpen. Een advocaat-mediator waar je een klik mee hebt, die met je meedenkt en de schade voor jou en de andere betrokken zoveel mogelijk probeert te beperken. 

Heb je naar aanleiding van dit blog vragen? Neem dan nu contact met ons op. Wij staan voor je klaar en helpen je graag! 

Contact opnemen

Over de blogger
Anoeska van Ginderen

Anoeska is gespecialiseerd in het familierecht. Zij is zowel advocaat als mediator. Haar praktijk bestaat voornamelijk uit echtscheidingen en de verbreking van samenlevingen.

Meer artikelen van Anoeska van Ginderen
Anoeska van Ginderen

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.