Ontslag en vrije advocaatkeuze: mag ik mijn eigen advocaat kiezen?

17 okt 2014 Arbeidsrecht Jeroen van Kollenburg

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.
U kunt het netjes vragen, maar meestal zult u er meer voor moeten doen om een bevestigend antwoord van uw rechtsbijstandverzekeraar te krijgen. Misschien dat daar op termijn verandering in komt.

Recht op vrije advocaatkeuze

Het gaat om de situatie dat iemand zijn belangen niet door de werknemers van zijn/haar rechtsbijstandverzekeraar wil laten behartigen, maar door een zelf uitgekozen advocaat en op kosten van de verzekeraar. In een eerder arrest oordeelde de Hoge Raad al dat het recht op vrije advocaatkeuze niet afhankelijk is van een besluit van de rechtsbijstandverzekeraar dat de zaak door een externe rechtshulpverlener zal worden behandeld. Zie voor de bespreking van onder andere dit arrest de blog van Judith Vermeeren.

Recht op vrije advocaatkeuze in BBA-procedure

De discussie gaat verder. Met een BBA-procedure wordt de procedure bedoeld waarbij de werkgever een ontslagvergunning vraagt aan UWV om vervolgens de arbeidsovereenkomst op te zeggen. In een uitspraak van de Hoge Raad van 3 oktober 2014 staat de vraag centraal of zo’n ontslagprocedure bij UWV als een “gerechtelijke of administratieve” procedure is te kwalificeren. Zo ja, dan zou de verzekerde werknemer in het kader van een UWV ontslagprocedure aanspraak kunnen maken op vrije advocaatkeuze onder zijn rechtsbijstandverzekering. Voor een werknemer is dat niet onbelangrijk omdat juridische bijstand bij het voeren van verweer tegen de ontslagaanvraag meestal noodzakelijk is. Het zal u niet verbazen dat het antwoord van de rechtsbijstandverzekeraar op bovengenoemde vraag ontkennend is. Volgens de verzekeraar kan een dergelijke ontslagprocedure niet worden aangemerkt als een procedure in de zin van de Richtlijn 87/344/EEG. De Hoge Raad denkt daar gelukkig anders over. Het gaat om de bescherming van de belangen van verzekerden – verlening van een ontslagvergunning door UWV heeft verstrekkende gevolgen voor de werknemer - en uit de toepasselijke Richtlijn valt niet op te maken dat een administratieve procedure bij een gerechtelijke instantie dient te worden gevoerd. Het is jammer dat Hoge Raad de knoop nog niet definitief doorhakt. De Hoge Raad heeft de vraag namelijk voorgelegd aan het Europese Hof van Justitie. Een gedeelte van de (prejudiciële) vraagstelling luidt als volgt: Dient het begrip “administratieve procedure” in de zin van art. 4 lid 1, aanhef en onder a, van Richtlijn 87/344/EEG van de Raad van 22 juni 1987 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de rechtsbijstandverzekering, aldus te worden uitgelegd dat daaronder is begrepen de procedure bij het UWV, waarin de werkgever verzoekt om een ontslagvergunning teneinde te komen tot een beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de (voor rechtsbijstand verzekerde) werknemer? En nu maar hopen dat de Hoge Raad het netjes heeft gevraagd en dat een bevestigend antwoord volgt.

Over de blogger
Jeroen van Kollenburg

Jeroen geeft als salary-partner leiding aan de sectie arbeidsrecht. Hij adviseert onder meer over complexe ontslagkwesties, (internationale) reorganisaties, medezeggenschap en overtreding van arbeidsomstandighedenwetgeving.

Meer artikelen van Jeroen van Kollenburg

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.