20 sep 2024 Arbeidsrecht Frans van Meer
In mei van dit jaar presenteerden de formerende partijen PVV, VVD, NSC en BBB hun hoofdlijnenakkoord. Daarin werd een fors aantal bezuinigingsmaatregelen aangekondigd. Eén van die maatregelen is een versobering van de compensatieregeling voor de transitievergoeding.
Tijdens Prinsjesdag, dinsdag jl., bleek deze maatregel ook in de miljoenennota opgenomen. In de paragraaf ‘Sociale Verzekeringen: Uitgaven’, valt onder het kopje ‘Ombuigingen’ te lezen: ’Compensatie transitievergoeding beperken tot kleine werkgevers’ met daarachter vermeld de bedragen die naar verwachting vanaf juli 2026 worden bespaard. Die bedragen variëren van 353 tot 360 miljoen. Per jaar! De besparing in 2026 is lager omdat de maatregel pas halverwege 2026 ingaat.
De maatregel kan voor grote werkgevers (behoorlijke) financiële gevolgen hebben. Maar ook werkgevers met een groeiend personeelsbestand kunnen deze gevolgen per 1 juli 2026 voelen.
Is een werknemer twee jaar of langer onafgebroken ziek, dan mag de arbeidsovereenkomst worden beëindigd. De werknemer heeft dan recht op de wettelijke transitievergoeding en de werkgever kan aanspraak maken op compensatie van de betaalde transitievergoeding. De werkgever komt voor die compensatie in aanmerking indien de werknemer twee jaar aaneengesloten ziek was, de werkgever twee jaar lang het loon heeft doorbetaald en de arbeidsovereenkomst is beëindigd vanwege de langdurige arbeidsongeschiktheid. Of dit gebeurt door middel van opzegging van de arbeidsovereenkomst na toestemming van het UWV of ‘met wederzijds goedvinden’ door middel van een vaststellingsovereenkomst maakt niet uit, zolang de langdurige arbeidsongeschiktheid maar de reden is voor de beëindiging. Uiteraard moet ook het verzoek tot compensatie tijdig worden ingediend: binnen zes maanden nadat de compensatie volledig is voldaan.
De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het aantal jaren (of een deel daarvan) dat de werknemer in dienst is geweest. De vergoeding bedraagt vanaf 1 januari 2024 maximaal € 94.000 bruto en wordt elk jaar geïndexeerd. Verdient een werknemer per jaar meer dan € 94.000, dan is de maximale vergoeding gelijk aan één jaarsalaris (inclusief vakantietoeslag en eventuele emolumenten).
In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat werkgevers met 25 of meer werknemers vanaf 1 juli 2026 niet meer in aanmerking komen voor de compensatieregeling. Dit is ook terug te lezen in de miljoenennota.
Een en ander moet nog in wetgeving worden opgenomen, maar omdat er fors moet worden bezuinigd is de kans heel reëel dat deze wijziging van de compensatieregeling er daadwerkelijk komt. Het is ook niet voor het eerst dat (grotere) werkgevers ‘de klos’ zijn als er bezuinigd moet worden op de overheidsfinanciën of extra geld moet worden gegenereerd ten behoeve van de overheidsuitgaven.
Het is nog de vraag hoe zal worden omgegaan met bestaande ziektegevallen. Komt er geen ‘overgangsrecht’, dan betekent dat dat voor werknemers die na 1 juli 2024 arbeidsongeschikt zijn gemeld, en op of na 1 juli 2026 uit dienst treden en recht hebben op een transitievergoeding, de werkgever geen compensatie meer ontvangt voor de betaalde transitievergoeding.
Tijdens de eerste jaren na de invoering van de verplichting tot betaling van de transitievergoeding werden arbeidsovereenkomsten met langdurig zieke werknemers vaak ‘slapend gehouden’. Er hoefde dan geen transitievergoeding te worden betaald. Dat was niet onbegrijpelijk. Werkgevers hadden vaak al gedurende twee jaar het loon doorbetaald en kosten gemaakt gericht op de re-integratie van de werknemer. De betaling van de transitievergoeding leidde vaak tot hoge extra kosten.
Na invoering van de compensatieregeling en de Xella-beschikking van de Hoge Raad waren werkgevers in beginsel verplicht om mee te werken aan een beëindiging van de arbeidsovereenkomst en toekenning van een beëindigingsvergoeding ter grootte van de transitievergoeding. Volgens de Hoge Raad speelde daarbij het feit dat aanspraak kon worden gemaakt op compensatie van de vergoeding een zeer belangrijke rol.
Het is de vraag welke situatie ontstaat als de compensatieregeling voor grote werkgevers komt te vervallen. Wellicht ontstaan er dan weer opnieuw veel slapende dienstverbanden.
Heb je vragen over langdurige arbeidsongeschiktheid, de beëindiging van een arbeidsovereenkomst om die reden of compensatie van de transitievergoeding? Aarzel dan niet om contact op te nemen met een van mijn collega’s bij de sectie arbeidsrecht of met mij.
Frans werkt sinds januari 2008 bij AK Advocaten. Hij houdt zich met name bezig met het Arbeidsrecht.
Meer artikelen van Frans van Meer