Publicaties

Arbeidsrecht

De WW-uitkering (2) Bij gehele of gedeeltelijke werkloosheid, kan een Werkloosheidsuitkering worden aangevraagd. Om in aanmerking te komen voor een uitkering moet aan verschillende voorwaarden zijn voldaan. Daarnaast zijn er regels op basis waarvan de duur en de hoogte van een WW-uitkering wordt bepaald. De Wet vereenvoudiging regelingen UWV die per 1 januari 2013 van kracht is, heeft onder andere tot gevolg dat het voortaan bij de wekeneis (26 uit 36) gaat om volledige kalenderweken. In de 36 kalenderweken voorafgaand aan de eerste werkloosheidsdag moet er in minstens 26 kalenderweken minimaal een arbeidsuur per week gewerkt zijn. Ook de jareneis is enigszins aangepast. Tot 2013 geldt de eis van 52 gewerkte dagen per jaar. Voor het arbeidsverleden vanaf 2013 wordt uitgegaan van minimaal 204 gewerkte uren per jaar. Voor werknemers met een kleine arbeidsomvang kan deze wijziging nadelig zijn. De startersregeling is tevens als gevolg van genoemde wet gewijzigd en daarnaast kan geen korting meer worden verkregen op de fictieve opzegtermijn door het verkrijgen van een (formele) ontbindingsbeschikking. De Wet vereenvoudiging regelingen UWV staat los van de in het regeerakkoord aangekondigde aanpassing van de duur en hoogte van de WW-uitkering. Volgens deze plannen wordt de WW-uitkering voor nieuwe gevallen maximaal 24 maanden en wijzigt tevens de hoogte van de uitkering. Het kabinet wil ook de opbouw van WW-rechten aanpassen. Het plan is om de eerste 10 jaar per gewerkt jaar 1 maand WW-recht op te bouwen, daarna een halve maand per gewerkt jaar. Het gaat nog om voorgenomen beleid; de definitieve wijzigen moeten worden afgewacht. Arbeidsrecht