Artikel 12 Sv-procedure; klacht niet verdere vervolging loopt vaak op een teleurstelling uit

26 aug 2020 Letselschaderecht Ine Dilven

Wanneer het Openbaar Ministerie heeft besloten om een verdachte niet te vervolgen en u bent het hier als slachtoffer niet mee eens, dan kunt u als rechtstreeks belanghebbende een artikel 12 Sv-procedure starten. De advocaten bij Asselbergs & Klinkhamer advocaten zijn vaak terughoudend bij het starten van een artikel 12 Sv-procedure. In dit blog leest u waarom.

Procedure

Het Openbaar Ministerie, vertegenwoordigd door de Officier van Justitie, kan ervoor kiezen om een verdachte niet te vervolgen, omdat zij vinden dat er niet voldoende bewijs is om met succes een strafprocedure te starten. Als direct belanghebbende kunt u dan een klacht indienen bij het Gerechtshof. De procedure start met een klaagschrift waarin u uitlegt waarom u het niet eens bent met de beslissing van de Officier van Justitie.

Een Advocaat-Generaal, verbonden aan het Openbaar Ministerie, gaat vervolgens de beslissing van de Officier van Justitie beoordelen en schrijft een verslag met daarin zijn standpunt over uw klacht. Daarna gaat de beklagkamer van het Gerechtshof beslissen hoe de procedure nu verder zal verlopen. Zij zijn hierin niet verplicht om het standpunt van de Advocaat-Generaal te volgen. De beklagkamer kan bepalen of het nodig is om u te horen tijdens een zitting. Uiteindelijk zal het Gerechtshof een beslissing nemen.

Klacht gegrond of ongegrond

Het Gerechtshof kan twee uitspraken doen. De eerste optie is dat uw klacht ongegrond wordt verklaard. Dit houdt in dat het Hof het eens is met het Openbaar Ministerie en dan eindigt de zaak. Er volgt dan geen strafprocedure.

De tweede mogelijkheid is dat uw klacht gegrond wordt verklaard. Dit wil zeggen dat de klager, de persoon die het klaagschrift heeft ingediend, in zijn gelijk wordt gesteld. De Officier van Justitie zal de zaak dan verder moeten oppakken. Vaak houdt dit in dat de Officier van Justitie de verdachte alsnog gaat vervolgen. De rechtbank beslist uiteindelijk of de verdachte veroordeeld gaat worden.

Praktijkervaring

Wat wij in de praktijk regelmatig meemaken is dat de Officier van Justitie, na het doen van verder onderzoek en het starten van de strafzaak, de rechtbank vraagt om de verdachte vrij te spreken. De Officier van Justitie voert vaak als reden aan dat er onvoldoende overtuigend bewijs is om de verdachte te veroordelen. Dit leidt ertoe dat de rechtbank de verdachte ook vrijspreekt.

Wanneer de klager in eerste instantie in zijn gelijk wordt gesteld door het Hof, geeft dat hoop. Immers, je hebt het gevoel dat de Officier op zijn vingers is getikt en dat je gelijk hebt dat er een strafzaak moet volgen. Als vervolgens de Officier van Justitie de rechtbank om vrijspraak vraagt, is dat een grote klap voor de belanghebbende. Deze heeft de afgelopen maanden immers toch nog gehoopt op een veroordeling. Daarnaast staat er geen zelfstandig rechtsmiddel, zoals hoger beroep, open tegen deze beslissing van de rechtbank.

De mogelijkheid van een klaagschriftprocedure lijkt dus mooi, maar pakt in de praktijk bijna nooit positief uit. Wij adviseren per dossier of het zinvol is om deze procedure te starten en zullen altijd alle voors en tegens met u bespreken om teleurstellingen te voorkomen.

Over de blogger
Ine Dilven

Ine werkt sinds 2002 bij Asselbergs & Klinkhamer advocaten. Ze begon op de sectie ondernemingsrecht, waar ze veel heeft geprocedeerd en onderhandelingservaring heeft opgedaan.

Meer artikelen van Ine Dilven
Ine Dilven

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.