Bij iedere scheiding is het belangrijk om oog te hebben voor de fiscale consequenties en de regelingen die worden getroffen. Zo zijn er fiscale consequenties verbonden aan partneralimentatie, maar ook aan de verdeling (of verrekening) van bepaald vermogen. Denk hierbij aan de aandelen van een onderneming of bepaalde levensverzekeringen. Hoewel wij als familierechtadvocaat geen fiscaal adviseur zijn, zijn wij wel bekend met de belangrijkste fiscale consequenties. De fiscale regelingen kunnen immers van invloed zijn op de te maken afspraken in de scheiding of, in het geval van een procedure, de in te nemen standpunten in die procedure. Belangrijk voor het bepalen van de waarde van het vermogen is de manier waarop de zogenaamde ‘belastinglatentie’ berekend wordt. Hier vertel ik u graag meer over in dit blog.
Belasting vermindert waarde vermogen
De fiscale wetgeving bepaalt dat er in de toekomst belasting is verschuldigd over bepaald vermogen. Zo is er bijvoorbeeld vaak belasting verschuldigd als een lijfrenteverzekering tot uitkering komt. De verzekeringsmaatschappij moet dan belasting inhouden op de uit te keren bedragen. Hetzelfde geldt voor dividendopnames uit een B.V. of bij het staken van een IB-onderneming zoals een eenmanszaak. De in de toekomst te betalen belasting vermindert de waarde van die vermogensbestanddelen bij scheiding. Als er in een polis immers € 100.000,- is opgebouwd, maar er (bijvoorbeeld) in de toekomst 40% verschuldigd is over de uitkering, dan is die polis nu niet de volle € 100.000,- waard. We noemen de toekomstige verschuldigde belasting de belastinglatentie. Bij een scheiding houden we bij het bepalen van de waarde van het vermogen rekening met deze belastinglatentie.
Percentage belastinglatentie
Tot voor kort was er veel discussie over de vraag met welk percentage aan belastinglatentie rekening moet worden gehouden. Is dat het belastingtarief dat in de toekomst naar verwachting verschuldigd is, bijvoorbeeld als de lijfrenteverzekering tot uitkering komt? Of is dat het belastingtarief dat nu verschuldigd is, omdat er nu verdeeld wordt? Moet er daarbij uitgegaan worden van de contante waarde? Eén euro is over 10 jaar immers (iets) meer waard, aangezien je een bepaalde rente kunt ontvangen over die euro. Dus als je in de toekomst € 1.000,- aan belasting moet betalen, dan kun je nu een beperkter bedrag opzij zetten en sparen, waarna dat bedrag in de toekomst zal renderen tot € 1.000,-.
Hoge Raad verschaft duidelijkheid
Nadat er veel diverse uitspraken van rechters over de hoogte van de belastinglatentie zijn gewezen (en er ook veel over dit onderwerp is geschreven in de literatuur), heeft
de Hoge Raad eind februari 2018 duidelijkheid verschaft over de te hanteren belastinglatentie. In die kwestie hadden partijen afgesproken dat zij met elkaar zouden afrekenen als ware zij in gemeenschap van goederen gehuwd. Hierbij zouden zij uitgaan van het vermogen en de waarde daarvan op 1 maart 2009. Tot het vermogen behoorde een lijfrenteverzekering van de man. Over de uitkering zou de man in de toekomst belasting zijn verschuldigd. Het Gerechtshof was in deze zaak uitgegaan van een belastinglatentie van 42%, nu de belasting pas in de toekomst verschuldigd zou zijn. Het Gerechtshof merkt op dat zij is uitgegaan van de contante waarde.
De Hoge Raad is het echter niet eens met het Gerechtshof. De Hoge Raad is van mening dat fictief uitgegaan moet worden van uitkering van de lijfrentepolis op 1 maart 2009, nu de afkoopwaarde van de polis op die datum wordt verdeeld. Volgens de Hoge Raad heeft dit tot gevolg dat voor de berekening van de belastinglatentie ervan uitgegaan moet worden dat de belasting op die peildatum is verschuldigd over de op dat tijdstip opgebouwde afkoopwaarde. De Hoge Raad werkt dus niet met een contante waarde of een inschatting van de het tarief dat in de toekomst verschuldigd is, maar gaat uit van het tarief dat op het moment van verdeling verschuldigd zou zijn. Dit is vaak natuurlijk veel hoger dan het tarief dat in de toekomst verschuldigd zou zijn, bijvoorbeeld na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. En daardoor is de te verdelen waarde van de polis veel lager.
Houd rekening met de juiste belastinglatentie
Aangezien de belastinglatentie een grote invloed kan hebben op de waarde van het vermogen dat verdeeld moet worden, is het belangrijk met de juiste belastinglatentie rekening te houden. De Hoge Raad heeft in haar uitspraak een einde gemaakt aan de discussie hierover. Heeft u vragen hierover of over de verdeling/verrekening van uw vermogen bij scheiding, neem dan gerust
contact met onze sectie Familierecht op. Wij staan u graag te woord!
Fotocredits: zinkevych / Adobe Stock
Mag mijn ex al met iemand samenwonen in de echtelijke woning waar ik ook nog eigenaar van ben. Dit zonder overleg met mij
Beste Maria,
Dank voor uw vraag. Ik begrijp dat het voor u niet prettig is dat de woning door een ander wordt gebruikt zonder uw toestemming, terwijl de woning ook nog uw eigendom is. Helaas kunt u dit in de praktijk niet voorkomen of verhinderen. Als de scheiding al is uitgesproken en ingeschreven, kunt u van uw ex-partner wel een gebruikersvergoeding vorderen voor het gebruik van uw deel van de woning. Dit kan echter weer wel van invloed zijn op andere aspecten, bijvoorbeeld op de hoogte van de partneralimentatie. Voordat u overgaat tot het vorderen van een gebruikersvergoeding, is het dus goed om de gevolgen daarvan zorgvuldig af te wegen.
Met vriendelijke groet,
Anoeska van Ginderen