31 jul 2022 Ondernemingsrecht Erik van Loon
De komende periode neem ik u in een serie blogs mee in de juridische aspecten van samenwerken. In het eerste blog uit deze serie trapte ik af met het einde van een samenwerking. In dit tweede blog sta ik stil bij een aantal veelvoorkomende samenwerkingsvormen tussen bedrijven: wat houden ze in en wat zijn de belangrijke juridische aandachtspunten?
Als u heeft besloten om te gaan samenwerken en u heeft goed nagedacht over een mogelijk einde van die samenwerking, wordt het tijd om na te denken over de vraag hoe u wilt gaan samenwerken. Nu zijn er veel verschillende vormen om een samenwerking tussen ondernemingen juridisch vorm te geven. Ik bespreek hieronder een aantal samenwerkingsvormen:
Als u tegen betere voorwaarden wilt kunnen inkopen, kunt u besluiten om dat samen met een of meer andere partijen te gaan doen. Met een inkoopcombinatie kunt u grotere volumes inkopen en daarmee een betere onderhandelingspositie creëren.
Een inkoopcombinatie kan ad hoc of op grond van een overeenkomst tot stand komen. Daarnaast kennen we zogenaamde coöperaties, die namens hun leden inkopen.
Als u gaat samenwerken binnen een inkoopcombinatie is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken over (onder meer) bevoegdheden, de wijze van besluitvorming, het delen van gevoelige informatie en het toetreden of uitstappen van deelnemers.
Als u niet rechtstreeks aan de eindgebruiker levert of wilt leveren, kunt u gebruik maken van distributeurs. Daarbij zijn er verschillende varianten denkbaar. Naarmate u duurdere of luxere producten levert, of om een andere reden controle wilt houden over de manier waarop uw product wordt aangeboden, kunt ervoor kiezen om in een bepaald gebied maar één distributeur aan te stellen (exclusieve distributie) of alleen gebruik te maken van distributeurs die aan bepaalde (strenge) eisen voldoen (selectieve distributie).
Ook bij de distributie van software zijn verschillende samenwerkingsvormen denkbaar, variërend van een eenvoudige licentieovereenkomst (zie hierna) tot value-added-reselling agreements, waarbij uw product wordt geïntegreerd in de dienstverlening van de afnemer en door de afnemer wordt doorverkocht.
Als u een distributieovereenkomst wilt gaan afsluiten, is het belangrijk om u vooraf juridisch te laten adviseren. Er gelden voor de distributieovereenkomst in Nederland geen specifieke wettelijke regels, waardoor u aan best veel zaken moet denken. Tegelijkertijd kunnen er wel mededingingsregels van toepassing zijn. Als u zich daar niet aan houdt, kunt u hoge boetes van de toezichthouder tegemoetzien. Daarnaast is het in bepaalde omstandigheden denkbaar dat u, door de afspraken die u maakt, geen distributieovereenkomst sluit maar eigenlijk een agentuurovereenkomst (zie hierna). Dat heeft juridische gevolgen.
Als u een andere partij het recht wilt geven om gebruik te maken van uw intellectueel eigendomsrecht, zoals uw merknaam, logo, een octrooi in verband met een specifieke techniek, uw afbeeldingen en/of teksten, sluit u een licentieovereenkomst. Geeft u meer in gebruik, bijvoorbeeld niet alleen de naam maar ook een voorgeschreven werkwijze? Dan kan er ook sprake zijn van franchise (zie hierna).
Als u een licentieovereenkomst aangaat, is het belangrijk om duidelijke afspraken te maken over (onder meer) het onderwerp van de licentie, de vergoeding, de duur van de overeenkomst, exclusiviteit en inbreuken.
Nederland kent een aantal grote franchiseformules. Bekende voorbeelden zijn Albert Heijn, McDonalds en HEMA. Maar lang niet alle franchiseformules zijn zo groot.
De basis voor een franchiseovereenkomst is de beschikbaarheid van een (voldoende beschreven) formule: een samenstel van (meestal) een product of productrange, de wijze van presenteren, een bepaald serviceniveau, de inrichting en uitstraling van de locatie, etc. Afhankelijk van de formule kan dat basaal zijn of heel gedetailleerd.
Sinds 1 januari 2021 is de Wet Franchise van kracht. De aandachtspunten uit deze wet – ook voor bestaande franchise-overeenkomsten – besprak mijn collega Yannick Willems eerder in dit blog.
Als een andere onderneming voor uw bedrijf tegen een bepaalde vergoeding overeenkomsten sluit, kan er sprake zijn van agentuur. De andere onderneming (de handelsagent) koopt dan niet zelf uw producten in, maar bemiddelt voor of namens u.
Op grond van Europese en Nederlandse regels en rechtspraak geniet een handelsagent rechtsbescherming. Dit houdt onder andere in dat u bij beëindiging van de overeenkomst de handelsagent een goodwillvergoeding (een vergoeding voor ingebrachte klanten en orders) verschuldigd kunt zijn. Het is belangrijk dat u zich hiervan bewust bent bij aangaan van de agentuurovereenkomst.
We spreken van consignatie als een onderneming haar producten in bewaring geeft aan een andere ondernemer. Worden die producten verkocht? Dan moet degene die de producten in bewaring had de producten afrekenen bij de consignatiegever. Dit zien we regelmatig in de kunsthandel, waarbij kunstenaars hun werken aan (bijvoorbeeld) een galerie in consignatie geven om vervolgens door de galerie te worden verkocht.
Los van de bovenstaande samenwerkingsvormen kunt u ook in algemene zin afspreken om met een andere partij te gaan samen werken. Veelal sluit u dan een samenwerkingsovereenkomst. Zo kunt u in het kader van research & development gezamenlijk optrekken, bijvoorbeeld om kosten te delen. Op die manier kunt u bijvoorbeeld producten of productietechnieken ontwikkelen. Zo’n contractuele samenwerking wordt ook wel een ‘virtuele joint venture’ genoemd.
Er kunnen ook goede redenen zijn om een samenwerking onder te brengen in een aparte vennootschap: de joint venture. Bij een joint venture nemen beide partijen in een bepaalde verhouding aandelen in die vennootschap, bijvoorbeeld afhankelijk van de waarde van ieders inbreng bij aanvang. Een voordeel van deze samenwerkingsvorm is dat beide ondernemingen kunnen blijven bestaan en ook onafhankelijk van elkaar blijven functioneren. Het is dus geen fusie.
Overigens is er niet een voorgeschreven vorm voor een joint venture. Het kan gaan om een besloten vennootschap, maar we zien ook vennootschappen onder firma, commanditaire vennootschappen, naamloze vennootschappen of buitenlandse vennootschappen.
De keuze voor de best passende samenwerkingsvorm is meestal niet alleen een juridische keuze. Een advies daarover vraagt ook een goede afstemming met een accountant en/of een belastingadviseur.
Staat u op het punt een samenwerking aan te gaan, en wilt u eens van gedachten wisselen over welke vorm voor u het meest passend is? Neem dan gerust contact met mij of een van mijn collega’s van de sectie ondernemingsrecht op. En mocht u zelf nog geen accountant en/of belastingadviseur hebben, dan kunnen we er altijd één aanraden vanuit ons netwerk. Ook dát is samenwerken!
Lees alle beschikbare artikelen uit de blogreeks over samenwerken.
Binnen het ondernemingsrecht heeft Erik twee duidelijke specialisaties: het faillissementsrecht en het rechtspersonen- & vennootschapsrecht. Het zijn voornamelijk ondernemers die vertrouwen op deze specialistische kennis van Erik.
Meer artikelen van Erik van Loon