Wel of geen ontslag op staande voet. Recent kwam ik een mooi voorbeeld tegen van een zaak waarover de meningen uiteen lopen.
De feiten in een notendop.
Een werknemer van de Rabobank is sinds 1 januari 1984 in dienst als medewerker particulier advies. De werknemer is na haar scheiding kostwinner en alleenstaande moeder met drie thuiswonende kinderen. Haar ex-man heeft een nieuwe vriendin gekregen die klant is bij de Rabobank. De relatie met haar ex-man (en zijn nieuwe vriendin) geeft aanleiding tot veel spanningen. Er zou zelfs sprake zijn van een doodsbedreiging, zo wordt gesteld door de gemachtigde.
Er komt vast te staan dat de werknemer onterecht klantgegevens van de vriendin van haar ex-man heeft ingezien in het klantsysteem van de Rabobank en dat zij daarnaast zonder reden een BKR-toetsing heeft uitgevoerd. Gedragingen die klip en klaar in strijd zijn met de binnen de Rabobank geldende Gedragscode en Regeling Medewerkersintegriteit Lokale Banken.
De Rabobank ontslaat haar op staande voet en vraagt daarnaast (voor het geval dit ontslag geen stand houdt) aan de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst alsnog te ontbinden. De vrouw vecht zowel het ontslag op staande voet als de verzochte ontbinding aan bij de kantonrechter.
De kantonrechter weegt de omstandigheden af en volgens hem is onmiddellijke beƫindiging van het dienstverband in de concrete omstandigheden een te zware sanctie bezien tegen de achtergrond van het langdurige, onberispelijke dienstverband van de werkneemster en de kenbare psychische spanningen bij haar. Om dezelfde reden(en) wordt ook de ontbinding geweigerd.
Een casus waarover verschillend gedacht kan worden. Persoonlijk vind ik dit een onbevredigende uitspraak. Het lijkt erop dat de kantonrechter zich heeft laten leiden door emoties en de ernst van de overtredingen door de vingers heeft gezien vanwege de potentiƫle gevolgen voor de dame in kwestie. Ik kan mij voorstellen dat een ontslag op staande voet wellicht een te zware sanctie zou hebben gevormd, maar de ontbinding van de arbeidsovereenkomst had in mijn ogen toegewezen moeten worden. Een klant van een bank moet erop kunnen vertrouwen dat privacy gevoelige gegevens in vertrouwde handen zijn en de ernst van de overtreding in combinatie met het verlies van het vertrouwen in de werknemer vormen wat mij betreft een voldoende reden voor ontslag. De motivering van de uitspraak is aan de magere kant en de vergelijking die zich opdringt met eerdere uitspraken ten nadele van de werknemer wordt ontlopen. Wellicht heeft de dame in kwestie simpelweg een gevoelige snaar weten te raken. Ach, de kantonrechter is ook maar een mens.
Voor wie de uitspraak eens wil nalezen: ECLI:NL:RBNNE:2015:4342
Fotocredits: fotolia