Drank en Horecawet (DHW), op zijn minst een beneveld beeld

05 nov 2013 Algemeen Dimitri Kochx

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.
Terwijl de inkt van de wetswijziging DHW nog niet eens droog is en het daarin neergelegde kader slechts mondjesmaat wordt uitgerold op gemeentelijk niveau, dringt de wijziging van de minimumleeftijdsgrens naar 18 jaar zich al aan. Er zijn echter meer zaken die aandacht verdienen en tot veel problemen in de praktijk kunnen leiden. Onlangs werd ik gevraagd te adviseren in een handhavingskwestie. De gemeente had cliënte, eigenaar van een winkel, een waarschuwing opgelegd in verband met het verkopen van zwak alcoholhoudende dranken zoals buitenlands bier en wijn. Indien nogmaals een overtreding geconstateerd zou worden, zou de gemeente direct handhavend optreden met alle gevolgen van dien. De gemeente lichtte de handhavingsijver toe met de mededeling dat de DHW per 1 januari 2013 was gewijzigd en dat in een winkel als de onderhavige, sindsdien geen zwak-alcoholhoudende dranken meer verkochten mogen worden. Vastgesteld moet worden dat in artikel 18 DHW – overeenkomstig de oude regeling – een algeheel verbod is opgenomen van de verkoop van zwak-alcoholhoudende dranken in de uitoefening van een ander bedrijf dan het slijtersbedrijf. De eerste uitzondering daarop, op grond waarvan in een supermarkt, kaaswinkel en dergelijke de verkoop van zwak-alcoholische dranken mag verkopen is zonder meer duidelijk. Bij de uitzondering die daarop volgt gaat het echter faliekant mis. De tweede uitzondering luidt namelijk: b. een warenhuis met een levensmiddelenafdeling met een vloeroppervlakte van tenminste 15 m² waarop een gevarieerd assortiment aan verpakte en onverpakte eetwaren wordt verkocht; De parlementaire geschiedenis hult zich verder in stilzwijgen over de vraag wat nu een warenhuis is en wanneer er sprake is van een gevarieerd aanbod. Ook over de vraag of het om “verpakt én onverpakt” of “verpakt en/of onverpakt “ eetwaren moet gaan, blijft onduidelijkheid bestaan. De gemeente in mijn kwestie stelt zich op het standpunt dat dit laatste letterlijk gelezen dient te worden. Op de vraag in welke de verhouding dan sprake moet zijn van verpakt en onverpakt, blijft de desbetreffende ambtenaar het antwoord schuldig. Dit wordt helemaal een probleem als je je realiseert dat de parlementaire geschiedenis geen duidelijkheid verschaft en de reden voor de wetswijziging evenmin een indicatie geeft over de bedoeling van de wetgever. Aanleiding van de onderhavige wetsbepaling is namelijk een reactie van de wetgever op een mislukt handhavingstraject waar de Rijksoverheid trachtte de verkoop van zwak-alcoholhoudende dranken bij Kruidvat tegen te gaan. Het is en blijft een raadsel hoe de wetgever vervolgens zonder deugdelijke toelichting dan tot een regeling als de onderhavige komt. Dit klemt te meer nu het wetgeving betreft die door de gemeentes op lokaal niveau uitgevoerd dient te worden. Nu zullen er interpretatieverschillen tussen de gemeentes in Nederland ontstaan over toepassing van de DHW. Een onwenselijke situatie!

Over de blogger
Dimitri Kochx

Dimitri is sinds 1999 advocaat, vanaf 2002 bij AK Advocaten. Als Managing Partner vormt hij samen met Theo Quaijtaal het Dagelijks Bestuur van ons kantoor.

Meer artikelen van Dimitri Kochx

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.