Het is inmiddels alweer enige tijd geleden dat door D66, PvdA en VVD een
wetsvoorstel tot wijziging van de huidige regeling met betrekking tot de partneralimentatie werd ingediend bij de Tweede Kamer (19 juni 2016). Dit was overigens niet het
eerste voorstel dat is ingediend met de bedoeling om de regels omtrent partneralimentatie – en dan in het bijzonder de duur van de partneralimentatie – te moderniseren. In de praktijk merk ik dat met name het voorstel om de duur van de partneralimentatie te beperken, voor ophef zorgt. De alimentatieplichtigen zijn vanzelfsprekend voorstander van dit voorstel. Voor alimentatiegerechtigden daarentegen brengt dit voorstel de nodige zorgen met zich mee. Aan mij wordt dan ook regelmatig de vraag gesteld: ‘hoe zit het nu precies?’
Tijd om de huidige regeling en de eventuele toekomstige wijzigingen voor u op een rijtje te zetten.
Huidige regeling
Volgens de huidige wetgeving zijn ex-echtgenoten verplicht om in elkaars levensonderhoud te voorzien, voor zover daaraan behoefte bestaat. Van behoefte is sprake indien de ex-partner niet voldoende inkomsten heeft (uit arbeid of vermogen) en deze ook niet kan verwerven. Voor het bepalen van de behoefte wordt aangesloten bij de welstand van partijen tijdens het huwelijk. Indien de andere ex-partner voldoende draagkracht heeft om bij te dragen in het levensonderhoud van de behoeftige ex-partner, dan wordt partneralimentatie vastgesteld. De maximale duur van de partneralimentatie bedraagt op dit moment twaalf jaar. Indien een huwelijk korter heeft geduurd dan vijf jaar en er tijdens het huwelijk geen kinderen zijn geboren, dan is de termijn van partneralimentatie gelijk aan de duur van het huwelijk. Onder de huidige wetgeving is het niet mogelijk om de aanspraak op partneralimentatie uit te sluiten bij huwelijkse voorwaarden of partnerschapsvoorwaarden. Dat betekent dat er bij een echtscheiding dus altijd afspraken moeten worden gemaakt over de partneralimentatie.
Voorgestelde wijzigingen
Het gaat het bestek van dit blog te buiten om het volledige wetsvoorstel en alle daarin opgenomen voorstellen te bespreken. Om die reden beperk ik me tot de belangrijkste voorstellen.
Maximale duur partneralimentatie wordt verkort
In het voorstel van wet is voorgesteld om de maximale duur van de partneralimentatie te verkorten. Het wetsvoorstel maakt daarbij onderscheid naar gelang het huwelijk van partijen heeft geduurd. Daarnaast speelt een rol of er tijdens het huwelijk kinderen zijn geboren. Indien het huwelijk korter dan drie jaar heeft geduurd en er zijn geen kinderen jonger dan twaalf jaar, dan bestaat er geen recht op partneralimentatie. De maximale duur van partneralimentatie voor huwelijken langer dan drie jaar, of huwelijken korter dan drie jaar maar waarbij sprake is van kinderen jonger dan twaalf jaar, wordt teruggebracht van twaalf jaar naar maximaal vijf jaar. Indien het huwelijk echter langer dan vijftien jaar heeft geduurd en de alimentatiegerechtigde is ten hoogste tien jaar jonger dan de AOW-leeftijd, dan wordt de verplichting om partneralimentatie te betalen, gesteld op vijf jaar, doch in ieder geval minimaal tot de alimentatiegerechtigde de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt (praktisch gezien, komt dit dus neer op maximaal tien jaar).
Contractsvrijheid partijen
In het wetsvoorstel is verder voorgesteld om partners de mogelijkheid te bieden om bij huwelijkse voorwaarden (of partnerschapsvoorwaarden) af te wijken van de regeling met betrekking tot de partneralimentatie. Op die manier kunnen partners bij aanvang van het huwelijk vastleggen dat er bij een eventuele echtscheiding geen aanspraak kan worden gemaakt op partneralimentatie. Daarnaast kunnen afspraken worden gemaakt over de hoogte van de alimentatie, de duur daarvan en de berekenings- en aanpassingssystematiek. Overigens zijn deze afspraken volgens de initiatiefnemers niet toegelaten ten aanzien van de kinderalimentatie. Kinderalimentatie blijft hoe dan ook verschuldigd.
Grondslag wijzigt
Verder wordt voorgesteld om de grondslag waarop partneralimentatie is gebaseerd te wijzigen. Thans geldt het welvaartsniveau van partijen tijdens het huwelijk als uitgangspunt. In de toekomst geldt niet langer de huwelijks gerelateerde behoefte, maar een compensatie voor het inkomensverlies dat door het huwelijk bij een van partijen is ontstaan. Het verdienvermogen van de ex-partner gaat dus een grotere rol spelen.
Voor overige wijzigingen en een toelichting verwijs ik u graag naar de
Memorie van Toelichting.
Het wetsvoorstel van de leden Van Oosten, Recourt en Swinkels is op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer. Zoals aangegeven, is dit niet het eerste voorstel dat beoogt de wetgeving met betrekking tot partneralimentatie te wijzigen. Het is daarom de vraag of, en zo ja wanneer dit wetsvoorstel daadwerkelijk wet wordt. Een wetswijziging kan echter ook voor u gevolgen hebben. Ik houd u daarom graag op de hoogte van de toekomstige ontwikkelingen.
Tot slot: mocht u meer informatie willen over partneralimentatie, dan zou u ook onze blogs van
16 maart jl. en
verleden jaar nog eens kunnen nalezen.
Fotocredits: Fotolia / highwaystarz