Einde personenfuik in het Nederlandse Bestuursprocesrecht?

07 dec 2020 Omgevingsrecht Boudewijn Baan

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.

In artikel 6.13 Algemene wet bestuursrecht (Awb) is – voor zover hier thans van belang – bepaald: “dat geen beroep kan worden ingesteld bij de bestuursrechter door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat er geen zienswijze zijn ingediend tegen een eerder ontwerp besluit”.

Het betreft hier een ontvankelijkheidsvereiste, een toegang tot de bestuursrechter tegen besluiten van de overheid. Die besluiten zijn meestal afkomstig van gemeente of provincie en gaan vaak om een afgegeven milieuvergunning, een bestemmingsplan of een bouwvergunning in afwijking van het bestemmingsplan. Besluiten die betrekking hebben op een aantasting van het ter plaatse aanwezige woon- en leefklimaat van burgers of een aantasting van het bestaande bedrijfsklimaat van bedrijven.

Dergelijke besluiten worden voorbereid met een zogenaamde uitgebreide procedure waarbij eerst een ontwerp besluit ter inzage wordt gelegd. Dat moment is het juridisch relevante tijdstip om tijdig op te staan en een schriftelijke zienswijze in te dienen. Doe je dat niet, of niet tijdig, dan ben je op grond van de personenfuik niet ontvankelijk bij de bestuursrechter. Einde oefening dus.

Of toch niet?

Op 2 juli 2020 heeft de advocaat-generaal (AG) bij de Raad van State een schriftelijke conclusie voorgelegd aan het Hof van de Europese Unie. De stelling van de AG is dat de personenfuik in strijd is met het Europese recht dat het uitgangspunt kent van een onbelemmerde toegang tot de nationale rechter (Verdrag van Aarhus).

In de recente uitspraak van 23 oktober 2020 van de voorzitter van de Raad van State, verwees de rechter naar de bij het Europees Hof aanhangige zaak. De voorzieningenrechter achtte een omwonende die opkwam tegen het bestemmingsplan ontvankelijk, ondanks dat er tegen een eerder ontwerpplan geen zienswijze werd ingediend. De rechter heeft de zaak vervolgens inhoudelijk behandeld.

In de loop van 2021 wordt de uitspraak van het Europese Hof verwacht. Het is dan van twee één, of het Hof verwerpt de stelling van de AG en dan blijft alles bij het oude en blijft de personenfuik in stand. De andere optie is dat het Hof de redenering van de AG gaat volgen. Dat heeft behoorlijke consequenties voor ons nationale bestuursrecht. Belanghebbenden kunnen dan later in een procedure voor de bestuursrechter voor het eerst opstaan en verweer voeren. In feite een uitbreiding van de rechtsbescherming.

De keerzijde van dat systeem zal een hoge mate van rechtsonzekerheid zijn. Zo zouden projectontwikkelaars een aanvraag om een bouwvergunning of een bedrijf dat een milieuvergunning heeft aangevraagd gedurende een langere tijd kunnen worden geconfronteerd met nieuwe verweren tegen eerder positief genomen besluiten.

Conclusie

Zolang er geen definitieve uitspraak is van het Europese Hof kun je als belanghebbende toch binnenkomen bij de bestuursrechter en je verweer voeren, ook al ben je niet of niet tijdig in het voortraject opgestaan.

Over de blogger
Boudewijn Baan

Boudewijn heeft zich gespecialiseerd in het ruimtelijk ordeningsrecht, onteigeningsrecht en milieurecht.

Meer artikelen van Boudewijn Baan

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.