Duurzame verstedelijking en de Leegstandwet

01 mrt 2016 Vastgoedrecht Dimitri Kochx

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.
Duurzame verstedelijking is een veelgebruikte term in de ruimtelijke ordening. Een van de instrumenten om dat te bereiken is de Ladder duurzame verstedelijking, maar waar men veelal aan voorbij gaat is dat duurzaam ruimtegebruik ook juist vraagt om flexibiliteit. Boudewijn Baan blogde vorig week al over flexibiliteit vanuit het gebruikersperspectief. Door middel van blurring vervagen de grenzen tussen de van oudsher zo strikt gescheiden exploitaties als horeca, detailhandel, enzovoorts. Flexibiliteit is echter ook vereist vanuit het perspectief van de vastgoedeigenaar. Tijdelijke exploitatie maakt dat er een periode rust gecreëerd kan worden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de transformatie van kantoorgebouwen en zorggebouwen naar (tijdelijke) wooneenheden. Vorige week liet het COA zelfs een proefballonnetje op in de pers om vluchtelingen te huisvesten in leegstaande V&D-filialen. Een interessante oplossing voor twee actuele problemen, maar kan het überhaupt? Los van de praktische problemen – het zijn veelal bedrijfsruimte met extreem weinig daglicht toetreding – stuit het bieden van tijdelijke huisvesting ook op andere belemmeringen.

Mogelijke toepassing van de Leegstandwet

Nederland kent immers een zeer rigide systeem van huurbescherming voor huurders van woonruimte. Dan resteren er nog maar twee manieren om daadwerkelijk tijdelijk personen te huisvesten: a) om niet in gebruik geven of b) toepassing van de Leegstandwet. Aangezien de eerste optie geen verdienmodel oplevert, blijft de Leegstandwet over. De wet is een jaar geleden verruimd, maar kent wel een vervelende beperking. De wet is namelijk slechts toepasbaar voor “woonruimte in een gebouw, dat blijkens zijn constructie dan wel inrichting bestemd is voor doeleinden van groepsgewijze huisvesting, van verzorging of verpleging, van logiesverschaffing, van administratie of van onderwijs of voor een samenstel van twee of meer van deze doeleinden”. Alleen in deze gevallen is het mogelijk om woonruimte op grond van de Leegstandwet te verhuren en daarmee tot een daadwerkelijk tijdelijke exploitatie te komen. De in de praktijk veel gebezigde tijdelijke transformatie van kantoorruimte vergt al enige interpretatie van deze regeling. Algemeen wordt aangenomen dat dit onder “administratie” valt en daarom toelaatbaar zou zijn. Winkelruimte en overige bedrijfsruimte vallen echter buiten de reikwijdte van de Leegstandwet. Proefballonnetje doorgeprikt is dan ook het oordeel.

Over de blogger
Dimitri Kochx

Dimitri is sinds 1999 advocaat, vanaf 2002 bij AK Advocaten. Als Managing Partner vormt hij samen met Theo Quaijtaal het Dagelijks Bestuur van ons kantoor.

Meer artikelen van Dimitri Kochx

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.