De Afdeling bestuursrecht van de Raad van State deed een interessante uitspraak op 27 februari 2019 wat betreft de invorderingsbeschikking. In die uitspraak ging de Afdeling in op een specifieke uitzonderingssituatie: wanneer de overtreder onder de opgelegde dwangsom uit kan komen, als hij niet in beroep is gegaan tegen het primaire besluit.
De Casus
In dit geval was vast komen te staan dat de dame in kwestie zonder vergunning had gebouwd en in stand had gelaten. Het college heeft haar gelast de overtreding te beëindigen en beëindigd te houden. Tegen dit besluit heeft de dame bezwaar gemaakt, maar nadat het bezwaar is afgewezen komt zij niet tegen dat besluit in beroep.
Formele rechtskracht
Laat een belanghebbende – in dit geval de dame in kwestie – een beroepstermijn voorbij gaan, dan geldt het principe van formele rechtskracht. De gevolgen van het besluit worden dan onherroepelijk, en ook de burgerlijke rechter als “restrechter” houdt zich dan aan dit beginsel. Ook langs die weg is opkomen tegen het besluit, in dit geval de beslissing op bezwaar, onmogelijk.
Het invorderingsbesluit bij de Afdeling
De last onder dwangsom wordt gevolgd door een invorderingsbesluit (van in dit geval € 35.700). Tegen dat besluit komt de belanghebbende in beroep, dit wordt door de rechter ongegrond verklaart.
Wederom in beroep, ditmaal bij de Afdeling, speelt het volgende. De vrouw voert aan dat zij de overtreding – het zonder vergunning bouwen – niet kon beëindigen omdat zij het bezit al niet meer in haar eigendom had. Het kadaster weersprak dat, maar de vrouw beriep zich op de privatieve last. Dit zou zo veel inhouden dat zij alle vermogensrechtelijke bevoegdheden had overgeheveld – want overgedragen impliceert een verkeerde opvatting – naar een andere partij. Daarnaast zou zij bedreigd worden door een criminele bende, waardoor zij niet tegen de beslissing op bezwaar op het primaire besluit was terug gekomen.
De Afdeling buigt zich over bijzondere omstandigheden.
De verweren van de vrouw – ik kon het niet, en ik was niet veilig het te doen – worden door de Afdeling terzijde geschoven omdat ze met onvoldoende bewijs komt, maar meer nog: ze heeft de gronden niet eerder ingebracht. De Afdeling bevestigt wél dat de gemeente in bijzondere gevallen gehouden kan zijn van een invorderingsbesluit af te zien. Dat is bijvoorbeeld aan de orde wanneer er evident géén overtreding is geweest, of wanneer de belanghebbende overduidelijk geen overtreder is. Op dit laatste doet de vrouw een beroep, maar kan dit niet aantonen en hééft het niet eerder aangevoerd. Het hoger beroep tegen de invorderingsbeschikking is ongegrond.
Overtrederschap
Bij dwangsommen is het van groot belang dat u de juiste procesvolgorde hebt gehanteerd, en tijdig gronden inbrengt. Vervolgens moet u aantonen dat er sprake was van bijzondere omstandigheden. De lat ligt dus hoog, maar is te beslechten. Zo is het begrip van de overtreder diffuus. Wanneer bent u het, wanneer niet? In een volgend blog ga ik in op dat begrip en wat het betekent in de context van handhaving.
Heb je vragen of wil je meer informatie? Neem dan
contact met ons op!
Photo credtis: Adobe Stock / SFIO CRACHO