07 aug 2019 Letselschaderecht Jimke van Ruitenbeek-Eyck
Arbeidsongevallen en beroepsziekten zijn een toenemend en urgent probleem. De gemiddelde werknemer is steeds ouder en daardoor kwetsbaarder. Daarnaast zijn er op dit moment – door de arbeidskrapte – relatief veel mensen aan het werk. De werkgever die geen plan van aanpak heeft voor de situatie dat het misgaat met gevaarlijke, chemische stoffen of op hol geslagen machines, kan sinds 22 juli 2019 direct een boete van duizenden euro’s verwachten van de Inspectie SZW (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid). In hoeverre speelt het oordeel van de Inspectie SZW een rol in het civiele recht? Ik leg het uit in dit blog.
Werkgevers (uitgezonderd zzp’ers) zijn al sinds 1 januari 1994 verplicht om een risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E) te laten uitvoeren op de werkvloer. Uit een dergelijke analyse moet blijken hoeveel kans een werknemer heeft op bijvoorbeeld een burn-out of kanker. Alleen indien deze kansen inzichtelijk zijn, kan een werkgever daar immers op anticiperen. Uit onderzoek blijkt dat nog niet de helft van de bedrijven een dergelijke analyse laat uitvoeren. Vooral kleine ondernemingen beschikken hier vaak niet over. Met alleen een risicoanalyse is een werkgever overigens nog niet klaar. Er moet ook een plan van aanpak zijn, waarin staat wat het protocol is bij calamiteiten. Het ontbreken daarvan is ook in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet en kost vanaf nu 3.000 euro.
Stel, u wordt slachtoffer van een arbeidsongeval of beroepsziekte en de inspectie SZW heeft uw werkgever daarvoor beboet. Betekent dit dan automatisch dat uw werkgever ook aansprakelijk is voor de door u opgelopen schade? Nee, dat niet.
Het spreekt uiteraard niet voor een werkgever als hij de Arbowetgeving niet zorgvuldig naleeft. Dat verzuim betekent echter nog niet dat de werkgever steeds aansprakelijk is. Het gaat bij een civiele vordering immers om de vraag of de werkgever die maatregelen heeft genomen die medewerkers redelijkerwijs van hem kunnen verlangen. Waarbij rekening wordt gehouden met de aard van de arbeid. Zo kan een werknemer die gevaarlijk werk doet verdergaande maatregelen verlangen ter beperking van risico’s dan iemand met een kantoorbaan.
Het nemen van de vereiste maatregelen door de werkgever wordt ook wel de zorgplicht van de werkgever genoemd. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Het is in beginsel de werkgever die moet bewijzen dat hij zijn zorgplicht in voldoende mate is nagekomen. Hierbij is van belang dat een werkgever van een ongeval van enig belang of van (mogelijke) beroepsziektes een rapport opmaakt. Dodelijke en ernstige arbeidsongevallen, met als gevolg een ziekenhuisopname en/of blijvend letsel, moeten zelfs verplicht worden gemeld bij de Inspectie SZW. Verzuimt een werkgever in een dergelijk geval melding te maken? Dan komt dat voor zijn rekening, in die zin dat hij tekortschiet in zijn bewijsvoering en aan schadeplichtigheid niet kan ontkomen.
Ondanks dat de Inspectie SZW dus toetst aan een andere wetgeving dan waaraan in een civiele procedure wordt getoetst, heeft het oordeel van de Inspectie daarop wel degelijk invloed. Met een dergelijk rapport kan een werknemer allereerst bewijzen dat hij schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Vervolgens is de inhoud hiervan ook relevant voor de beoordeling van de vraag of een werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan.
Jimke werkt sinds april 2019 bij AK Advocaten. Zij werkte eerder een aantal jaar als advocaat bij een kantoor in Breda. De afgelopen jaren werkte Jimke bij een schaderegelingsbureau, waar zij erachter kwam dat haar hart toch in de advocatuur ligt.
Meer artikelen van Jimke van Ruitenbeek-Eyck