Structurele aanpak stikstof door kabinet aangekondigd

19 mei 2020 Omgevingsrecht Renata Königel

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.

In 2019 zette de Raad van State een streep door het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Het PAS maakte het mogelijk activiteiten met een stikstofdepositie die onder de grens- of drempelwaarde bleef, zonder vergunning of met alleen een melding te verrichten. Door de uitspraak kwamen veel (bouw)projecten in de buurt van Natura 2000-gebieden in de knel.

Het kabinet is druk doende de vergunningverlening weer vlot te trekken. Een eerste stap hiertoe is genomen met de Spoedwet aanpak stikstof van 1 januari. Op 24 april 2020 is met de structurele aanpak stikstof een tweede stap gezet. In dit blog wordt hierop ingegaan.

Wat is de structurele aanpak stikstof?

In de structurele aanpak stikstof zijn maatregelen opgenomen om de stikstofuitstoot verder te verminderen en toestemmingverlening voor economische en maatschappelijke ontwikkelingen verder te vergemakkelijken.

Het hoofddoel van de structurele aanpak stikstof is het realiseren van een gunstige of verbeterde landelijke staat van instandhouding van stikstofgevoelige soorten en habitats.

Maatregelen

Om dit te bereiken heeft het kabinet een pakket van natuur- en stikstofreducerende maatregelen vastgesteld. Het gaat om:

  • maatregelen voor natuurbehoud- en herstel: onder andere maatregelen om gevolgen van overmatige stikstofdepositie op de natuurkwaliteit te verminderen en de natuur en biodiversiteit te verbeteren;
  • natuurinclusieve ruimtelijke inrichting: natuur vermengen met bestaande functies;
  • streefwaarde stikstofreductie voor 2030: in 2030 dient minimaal 50 % van de stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarden te zijn gebracht. Deze streefwaarde wordt in de wet opgenomen. Om de streefwaarde te realiseren, is een stikstofreductie van 255 mol/ha/jr in 2030 nodig. Een reductie van 145 mol/ha/jr wordt bereikt door eerdere maatregelen. Voor de overige 110 mol/ha/jr worden bronmaatregelen genomen;
  • bronmaatregelen gericht op stikstofreductie: onder meer een beëindigingsregeling voor veehouders, regelgeving over veevoersamenstelling, etc.;
  • monitoring en bijsturing;
  • uitwerking van gebiedsgerichte aanpak en regelgeving: afspraken met provincies en aanpassen van regelgeving. Daarnaast is al een stikstofregistratiesysteem in werking getreden.

Vergunningverlening onder de structurele aanpak stikstof  

Vergunningverlening voor woningbouw en MIRT-projecten is al mogelijk aan de hand van depositieruimte in het stikstofregistratiesysteem. Verder is vergunningverlening mogelijk als met een ecologische onderbouwing aangetoond wordt dat geen sprake is van aantasting van de kenmerken van het Natura 2000-gebied. Bij projecten van groot openbaar belang waarvoor geen alternatieven zijn en waarbij schade aan de natuur gecompenseerd kan worden, is vergunningverlening aan de hand van de ADC-toets mogelijk. Verder is ook intern of extern salderen mogelijk. Dit laatste niet voor veehouderijen. Binnenkort maakt het kabinet ook het verleasen van stikstofruimte mogelijk, voor activiteiten met tijdelijke en relatief beperkte stikstofdepositie.

Tot slot wordt onderzoek gedaan naar een regeling om projecten met tijdelijke kleine stikstofdeposities vrij te stellen van de vergunningplicht en zal een regionale drempelwaarde worden ingevoerd voor gebieden die onder de kritische depositiewaarde blijven. Over de vergunningplicht voor bemesten en beweiden is vooralsnog geen duidelijkheid gegeven.

Wij houden u op de hoogte over de verdere ontwikkelingen inzake stikstof.

Over de blogger
Renata Konigel

Renata heeft jarenlang als jurist bij verschillende Brabantse gemeenten gewerkt. Hierdoor heeft zij veel kennis van de gemeentelijke organisatie en regels. In 2013 heeft Renata de overstap naar de advocatuur gemaakt.

Meer artikelen van Renata Konigel
Renata Königel-de Pijper

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.