16 mrt 2023 Familierecht Anoeska van Ginderen
Per 1 januari 2023 is er een aantal belangrijke zaken in de berekening van partneralimentatie gewijzigd. Door deze wijzigingen zijn de verschillen tussen de rekenmethodiek van kinder- en partneralimentatie kleiner geworden. In dit blog zet ik de wijzigingen voor je op een rij.
Tot 2023 werd er in de partneralimentatieberekening rekening gehouden met de werkelijke woonlasten. En zoals je wel kunt raden, konden deze lasten flink verschillen tussen (ex-)partners. Aangezien woonlasten een grote rol spelen bij het berekenen van de draagkracht en daardoor een grote invloed hebben op de hoogte van de partneralimentatie, zorgde dit soms voor een scheve verhouding tussen partners.
Sinds 1 januari 2023 houden we geen rekening meer met de werkelijke woonlasten, maar rekenen we met een forfait aan woonlasten. Dit forfait bedraagt 30% van het netto besteedbaar inkomen. Bij de berekening van kinderalimentatie werkten we al een aantal jaar met dit forfait, maar sinds januari wordt de berekening van partneralimentatie en kinderalimentatie op dit punt gelijkgetrokken. Er wordt daarbij vanuit gegaan dat je uit het woonbudget alle woonkosten kunt voldoen.
Tot 1 januari werd de maximale partneralimentatie aan de hand van 3 pijlers berekend: draagkracht, behoefte en de jusvergelijking. Deze laatste pijler is sinds dit jaar ook behoorlijk veranderd.
Tot 2023 werd er berekend bij welk bedrag aan partneralimentatie beide partners evenveel vrije bestedingsruimte hadden. De vrije bestedingsruimte was het bedrag dat de partners van hun inkomen (inclusief partneralimentatie) overhielden na het voldoen van de lasten. Daarin speelden de feitelijke woonlasten dus een grote rol. Als de alimentatiegerechtigde een hele lage woonlast had, dan kon de jusvergelijking ervoor zorgen dat de door de ander te betalen partneralimentatie ook laag was.
Vanaf 2023 is de jusvergelijking veranderd in een inkomensvergelijking. Nu berekenen we bij welk bedrag aan partneralimentatie het inkomen van partijen gelijk is. De woonlasten en de hoogte daarvan spelen in deze derde pijler dus geen rol meer. Wel worden eventuele bijzondere kosten die niet verwijtbaar en niet vermijdbaar zijn in de vergelijking meegenomen. Dit geldt ook voor de kosten van de kinderen, voor zover deze hoger zijn dan het kindgebonden budget dat door de betreffende persoon wordt ontvangen.
Deze wijzigingen zorgen ervoor dat de berekening van partneralimatie eenvoudiger is geworden. Ook is de uitkomst voorspelbaarder. De afgelopen jaren hebben namelijk uitgewezen dat het forfait aan woonlasten bij kinderalimentatie goed werkt en dat het weinig discussies oplevert. Die discussies waren er tot 2023 juist wel bij de berekening van partneralimentatie. Immers, als een alimentatieplichtige hoge woonlasten had, was de partneralimentatie die betaald kon worden lager. Welke woonlast was nu nog wel of niet meer redelijk? Nu de verschillen tussen de berekening voor kinder- en partneralimentatie kleiner zijn geworden, zal de acceptatie bovendien groter worden.
Uiteraard staat het iedereen vrij om meer uit te geven aan wonen dan het bedrag waarin het woonbudget voorziet, maar in principe wordt met een hogere woonlast in de berekening van partneralimentatie geen rekening meer gehouden. Hetzelfde geldt voor werkelijke woonlasten die lager liggen dan het woonbudget.
Maatwerk blijft mogelijk, maar alleen in uitzonderingen. Zo kan de rechter rekening houden met hogere woonlasten als deze woonlasten niet vermijdbaar en niet verwijtbaar zijn. Daarnaast kan er ook rekening gehouden worden met lagere woonlasten als de alimentatiegerechtigde geld tekortkomt. De woonlasten moeten dan wel duurzaam aanmerkelijk lager zijn dan het woonbudget. Dat is bijvoorbeeld niet het geval als iemand een nieuwe woning zoekt en tijdelijk bij zijn/haar ouders is ingetrokken. Dit geldt overigens ook voor de berekening van kinderalimentatie.
Heb je naar aanleiding van dit blog vragen? Of wil je dat we een nieuwe berekening voor je maken? Neem dan nu contact met mij op! Ik sta voor je klaar en help je graag.
Anoeska is gespecialiseerd in het familierecht. Zij is zowel advocaat als mediator. Haar praktijk bestaat voornamelijk uit echtscheidingen en de verbreking van samenlevingen.
Meer artikelen van Anoeska van Ginderen