In de rechtspraak is aangenomen dat kamerverhuur aan studenten niet mag als ter plaatse slechts één huishouden is toegestaan. Deze regel gaat echter niet in alle gevallen op. In het bestemmingsplan kan namelijk een andere regeling of definitie zijn opgenomen.
Bestemmingsplan maakt slechts een huishouden mogelijk
Het gebruik van een woning is in veel bestemmingsplannen beperkt tot de huisvesting van één huishouden. Daarbij moet goed worden gelet op het verschil tussen ‘wonen’ en ‘woning’, want planwetgevers maken meer dan eens fouten met die definities. In een
eerder blog ben ik daar al op ingegaan.
Meerdere studenten zijn meerdere huishoudens
Als slechts een huishouden is toegestaan, dan is kamerverhuur aan studenten in principe niet mogelijk. Volgens vaste rechtspraak worden studenten namelijk niet gezien als één huishouden. De reden daarvan is dat het samenwonen van een groep studenten met name is bedoeld om tijdens de studie samen te wonen. De tijdelijkheid van de samenwoning staat volgens de rechter van tevoren vast.
Afwijkende regeling of definitie in het bestemmingsplan
Toch moet niet zomaar worden aangenomen dat het huisvesten van studenten onmogelijk is. De planwetgever (de gemeenteraad) is bij de vaststelling van een bestemmingsplan namelijk vrij om zelf regels op te stellen. De gemeenteraad is daarbij gebonden aan de wet, de eis van een goede ruimtelijke ordening en aan de zogenaamde Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen, maar binnen die grenzen kan zij zelf voorschriften bedenken en definities bepalen.
De gemeente Tilburg heeft in onder meer het bestemmingsplan “Transvaalplein e.o. 2008” een definitie van huishouden opgenomen, waarbij is bepaald dat maximaal 5 studenten zijn toegestaan als een huishouden. Aangezien het bestemmingsplan een definitie geeft van ‘een huishouden’ zal de rechter daarbij aanhaken bij toetsing aan de planvoorschriften. Dit betekent dat met deze definitie toch kamerverhuur aan (maximaal vijf) studenten mogelijk is, ook al is slechts een huishouden toegestaan. De standaardjurisprudentie over de uitleg van het begrip ‘een huishouden’ is in dit geval niet relevant.
Daarnaast moet ook altijd worden gecontroleerd of de voorschriften van het bestemmingsplan kamerverhuur op een andere wijze mogelijk maken. De bestemmingsplanbepalingen kunnen bijvoorbeeld een specifieke afwijkingsmogelijkheid bevatten voor kamerverhuur. Als het bestemmingsplan geen binnenplanse afwijkingsmogelijkheid kent, kan worden gekeken of kamerverhuur met een
kruimelafwijking kan worden vergund. Het gebruik van bestaande gebouwen kan namelijk net als de binnenplanse afwijking met een relatief korte voorbereidingsprocedure van maximaal 8 weken, die eenmalig door de gemeente is te verlengen met 6 weken. Bij toepassing van de kruimelafwijking moet wel worden beoordeeld of het past binnen het gemeentelijk beleid en heeft de gemeente (meer) vrijheid om te beoordelen of zij kamerverhuur op die plek wenselijk vindt. Steeds meer steden kennen specifiek beleid voor kamerverhuur, waarbij per straat of per wijk bijvoorbeeld een maximum aan gebouwen met kamerverhuur is gesteld.
Kamerverhuur kan ook op andere wijze gereguleerd zijn
Als het bestemmingsplan de kamerverhuur toestaat, betekent dit overigens niet altijd dat de weg vrij is om studenten te huisvesten. Er kan namelijk nog andere gemeentelijke regelgeving zijn die van belang is. In sommige gemeenten is voor de omzetting naar kamerverhuur een huisvestingsvergunning nodig (op grond van de Huisvestingsverordening) of een exploitatievergunning op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening. Win bij twijfel of discussie met de gemeente altijd advies in bij een professional, om te voorkomen dat u later met
handhavingsproblemen wordt geconfronteerd.