Internationale handel/samenwerking: joint venture, distributie, of toch maar agentuur?

18 dec 2015 Ondernemingsrecht Roland Heerkens

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.
Er zijn meerdere typen samenwerking mogelijk indien je als ondernemer je export wilt vergroten of beter wilt structureren. Hetzelfde geldt indien je met een buitenlandse partner de gezamenlijke research & development-krachten wilt bundelen. In het onderstaande passeren deze mogelijke samenwerkingen kort de revue, mede in het licht van het feit dat zogenoemde specifieke dwingende wettelijke regels van een sommige landen betreffende zowel het beëindigen als het aangaan van een distributieovereenkomst (‘DO’) strenge eisen stellen, die vaak niet kunnen worden ‘weggecontracteerd’ door er bijvoorbeeld Nederlands recht op van toepassing te verklaren. En de sanctie is dan regelmatig dat de distributeur de distributieovereenkomst kan vernietigen of een goodwill-claim tegen de fabrikant/leverancier kan indienen. Valkuilen, dus, waar ik in een eerdere blog eveneens melding van maakte.  

Overzicht alternatieve samenwerkingsmogelijkheden

Je kunt onder meer aan het volgende denken:
  1. Agentuur;
  2. Franchise, waarbij je een harde en zachte(re) vorm hebt;
  3. Licentie van een merk, model en/of octrooi;
  4. Een Nederlandse of buitenlandse Joint Venture of Joint Venture Company (‘JVC’), waarin beiden participeren;
  5. Zelf een buitenlandse dochtermaatschappij oprichten;
  6. Een van je bestaande Nederlandse werkmaatschappijen ook in het buitenland in de aldaar aanwezige Kamer van Koophandel laten inschrijven;
  7. Bestaande of nieuw aan te trekken werknemers naar het buitenland laten emigreren, en hen aldaar de markt in een bepaald land verder laten (door)ontwikkelen, waarbij deze dan in dienst blijven van hun bestaande Nederlandse werkgever;
  8. Specifieke vormen van distributieovereenkomsten sluiten, zoals selectieve distributieovereenkomsten, waarbij er meer mogelijkheden zijn de distributie van je producten in het binnen- en buitenland strakker te sturen.

Eventueel combineren met anonimiseren van je vermogen/structuur

Het bovenstaande kan eventueel gecombineerd worden met het aanpassen van je eigen internationale structuur van vennootschappen om deze daar waar mogelijk te anonimiseren, om je privacy en veiligheid van jezelf en je familie beter te beschermen. Dit laatste houdt met name verband met de in juli 2015 in de Europese Unie aangenomen 4e Anti-Witwas-Richtlijn (‘4e AWR’), die uiterlijk medio 2017 in Nederland moet zijn geïmplementeerd. Deze 4e AWR verplicht je straks als ondernemer dat je je straks als ‘uiteindelijk gerechtigde’ (“Ultimate Beneficial Owner”, of “UBO”) van je gehele internationale structuur moet gaan registreren. En hoewel er regels komen dat er slechts een beperkte toegang is tot dit register, zal de praktijk mogelijk toch weerbarstiger zijn. De kans bestaat dan ook dat je gehele ‘hebben en houwen’ in handen komt van derden, bijvoorbeeld concurrenten, media of criminelen. Tijdig zoeken naar mogelijke aanpassingen van je structuur en vermogensbescherming is het devies hier. Deze 4e AWR staat overigens los van de plannen van de regering om in Nederland een zogenoemde Centraal Aandeelhoudersregister in te voeren.

Twee voorbeelden valkuilen bij distributie- en franchiseovereenkomst in België

Bij veel distributieovereenkomsten wordt als territorium de Benelux vermeld. Voor zover het gaat om distributie of franchise van producten op het Belgisch grondgebied, is het extra opletten geblazen. België kent namelijk dwingende regels die niet opzij kunnen worden gezet, zowel bij het aangaan als het beëindigen van distributieovereenkomst als het aangaan van franchiseovereenkomsten. Menig ondernemer heeft zich hierbij reeds in de vingers gesneden.  Voor wat betreft het aangaan van dergelijke overeenkomsten: er geldt een heel pakket aan formele eisen, o.m. welke exacte informatie je aan de potentiële distributeur en franchisenemer (soms gedurende een minimaal aantal weken) vóór het sluiten van een dergelijke overeenkomst met aanreiken.  De sancties zijn snoeihard. Let hier dus op. En bij het beëindigen van een distributieovereenkomst in België kan een distributeur soms hard goodwill-claims indienen bij de fabrikant/leverancier, aangezien de distributeur een aldaar met de handelsagent vergelijkbare bescherming heeft.  

Voor- en nadelen van de alternatieve samenwerkingsmogelijkheden

Het voert te ver in het kader van deze blog dit uitvoerig toe te lichten. Let er op dat er veel meer mogelijkheden zijn dan dat je in eerste instantie zou denken, want bijvoorbeeld bij een joint venture heb je, indien je deze opzet volgens het rechtstelsel van een ander land, soms veel meer mogelijkheden om die opzet te kiezen die bij je past dan het Nederlandse recht en het gesloten Nederlandse stelsel van rechtspersonen biedt. Wat verder opvalt is dat vaak het Engelse woord “agent” wordt gebruikt terwijl er in de kern van de sprake is van distributie. Omgekeerd komt ook voor, met name indien er sprake is van een vaste bruto-marge per verkocht product voor de distributeur, en de fabrikant/leverancier indirect en op een verboden manier tracht de verkoopprijzen te reguleren in het aan de distributeur toegewezen territorium (land of regio). Daarnaast zijn zorgvuldig geformuleerde non-concurrentiebedingen tussen de zakenpartners essentieel aangezien de gehele overeenkomst  anders mogelijk nietig is. Vanzelfsprekend  dienen fiscale en kostenoverwegingen een belangrijke rol te spelen bij de keuze van het uitslaan van je vleugels in het buitenland of het verbeteren van je bestaande structuur van de samenwerking met  je buitenlandse partners. Tot slot wat vaak wordt vergeten: ondernemers denken meestal wel aan het ondertekenen van een geheimhoudingsovereenkomst (“non-disclosure agreement”)  bij op te starten ‘snuffelgesprekken’ over een mogelijke verkoop van een deel van hun bedrijf, maar zien dit regelmatig over het hoofd bij andere samenwerkingsvormen. Het is een kleine moeite, en loont in voorkomende gevallen zeker.

Slot: bezint eer ge begint

Een cliché, inderdaad, maar een waarheid als een koe. Oriënteer je eerst, met je adviseur, niet alleen in verband met de risico’s maar juist omdat er vaak meer mogelijk is dan je in eerste instantie denkt.

Over de blogger
Roland Heerkens

Roland is gespecialiseerd in het ondernemingsrecht in brede zin. Hij mag dan ook een breed scala aan ondernemingen tot zijn cliënten rekenen, van klein tot groot en zowel nationaal als internationaal.

Meer artikelen van Roland Heerkens

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.