21 jan 2022 Letselschaderecht Berkan Akdikan Ferda van Benthem
Juristen die advocaat willen worden, zijn er na hun rechtenstudie nog niet. Eenmaal aangenomen op een advocatenkantoor moeten zij door de rechtbank als advocaat worden beëdigd. Vervolgens start de beroepsopleiding, een intensief opleidingstraject van ruim drie jaar. In die periode worden zij ‘advocaat-stagiaire’ genoemd. Advocaat-stagiaires mogen zelfstandig zaken behandelen en worden daarbij begeleid door een ‘patroon’: een ervaren advocaat die de advocaat-stagiaire de fijne kneepjes van het vak bijbrengt. Bij AK werken verschillende advocaat-stagiaires. Een van hen is Berkan Akdikan. Hij is op 12 februari 2021 beëdigd en wordt begeleid door Margot de Wit-Jansen, die sinds 2011 advocaat is. Zij werken allebei op de sectie letselschade. Wie schuilt er achter hun toga? En hoe verloopt hun samenwerking?
“Ja, die heb ik. Ik weet dat veel advocaat-stagiaires wachten met het aanschaffen van een toga tot zij hun beroepsopleiding hebben afgerond. Dat is ook wel logisch, een toga is duur. Maar vorig jaar lagen mijn beëdiging en verjaardag dicht bij elkaar, toen heb ik aan mijn ouders en broer als cadeau een eigen toga gevraagd. Ik ben er erg blij mee.”
“Dan wordt het voor mij ook wel eens tijd,” vervolgt Margot. ”Op de een of andere manier heb ik de aanschaf van een toga iedere keer uitgesteld, hoewel ik het mij bij elke mijlpaal had voorgenomen. Op dit moment volg ik de Grotius specialisatieopleiding Personenschade. Dat is een intensieve opleiding, zeker naast mijn werk en gezin. Als ik die opleiding heb afgerond, moet ik mijzelf maar eens belonen met een eigen toga. Dat moet dan wel een op maat gemaakte toga worden. Ik ben zo klein dat zelfs de kleinste standaardtoga nog veel te lang zal zijn!”
Margot: “Ik ben in 2011 begonnen op een klein kantoor in Bergen op Zoom, waar ik mij bezighield met het personen- en familierecht, arbeidsrecht en letselschade. Ik wilde verder in het letselschaderecht, maar daarvoor was het kantoor eigenlijk te klein. Toen heb ik contact opgenomen met Daniëlle van Gastel. Ik kende haar nog van mijn studie en wist dat zij bij AK werkte. Dat was op een zaterdag, toevallig was er net die vrijdag ervoor een vacature opengesteld. Na een intensieve sollicitatieprocedure werd ik aangenomen. Ferda van Benthem werd mijn patroon. Een paar jaar later werd mij gevraagd of ik zelf een advocaat-stagiaire wilde begeleiden. Dat was Berkan.”
Berkan, lachend: “. Ik had al ruim een jaar als student-stagiair rondgelopen bij AK. Maar gek genoeg kenden Margot en ik elkaar nog niet echt. Als student-stagiair werkte ik vooral met Ine Dilven. Haar kende ik uit de sportschool. Op enig moment hoorde ik dat zij haar Grotius specialisatieopleiding Personenschade had gehaald. Daarover raakten we aan de praat en zo kwam het dat ik tijdens mijn studie bij AK stage mocht komen lopen. Ondanks het feit dat ik ook met andere kantoren heb gesproken, ben ik blij dat ik na mijn studie bij AK aan de slag mocht. De sfeer hier is zo goed, echt Brabants. Ik ben geboren en getogen in Roosendaal, het liefst ga ik er ook nooit meer weg. Dus het past goed bij mij.”
Berkan Akdikan
“In principe is Berkan zelf verantwoordelijk voor zijn opleiding en ontwikkeling. Hij mag ook zelf zaken behandelen, maar ik begeleid hem daarbij en leer hem de kneepjes van het vak.”
“We bespreken mijn zaken wekelijks,” vervolgt Berkan. “Margot vertelt dan ook veel over haar zaken. Maar de begeleiding is niet alleen juridisch-inhoudelijk, Margot helpt mij ook met plannen en het omgaan met stress. En ze coacht me in het contact met wederpartijen en klanten.”
Margot: “In de afgelopen twee jaar waren we door corona allebei weinig op kantoor. Maar ik heb geprobeerd er toch voor Berkan te zijn. Berkan sport veel en in de weekends draait hij als dj. Op een gegeven moment merkte ik dat hij die uitlaatkleppen door de lockdowns begon te missen. Toen hebben we afgesproken om eens in de zoveel tijd iets leuks met elkaar te gaan doen. Zo zijn we bijvoorbeeld samen gaan padellen en werd ik door Berkans moeder uitgenodigd om Turks te komen eten. Tijdens die uitjes is het trouwens verboden om over werk te praten. Al is dat bij het bezoek aan Berkans moeder niet helemaal gelukt. Ze was hartstikke benieuwd hoe hij het doet.”
Margot de Wit-Jansen
Margot: “Het klikt gewoon heel erg goed. Ik kan best wel direct zijn in mijn feedback, maar Berkan raakt daar niet door van slag. Sterker nog, als hij het er niet mee eens is gaat hij er vol tegenin. En het helpt dat we privé veel met elkaar gemeen hebben. Zo zijn we allebei sportief én best wel fanatiek, houden we van series kijken en gaan we er graag op uit. Bovendien kunnen we allebei tegen een grap. De opleiding tot advocaat is erg pittig, dan is het belangrijk dat je ook lol met elkaar kunt hebben.”
“Ze heeft een groot gevoel voor rechtvaardigheid. En onze klanten staan bij haar op nummer één, Margot laat zich alleen maar leiden door hun belangen. Het maakt daarbij niet uit hoe ernstig het letsel is en wat het financiële belang van de zaak is, ze zet zich voor iedere klant even hard in en werkt in iedere zaak even zorgvuldig. Daarnaast bereidt Margot haar klanten altijd goed voor op wat zij in het traject kunnen verwachten.”
Margot: “Berkan is ambitieus en kan ontzettend veel aan. Daarnaast is hij strijdvaardig, niet bang aangelegd en houdt hij van doorpakken. Soms is hij nog wel een jonge hond, maar geduld komt ook met de jaren. Wat ik ook bijzonder vind aan Berkan, is dat hij nu al met de commerciële kant van het vak bezig is. Zo is hij scheidsrechter en scheidsrechterscoördinator bij RKVV Roosendaal. Samen met zijn broer bedacht hij op enig moment dat de scheidsrechters een sponsor nodig hadden. Nu prijkt het logo van AK dus op de scheidsrechtersoutfits van RKVV Roosendaal.” Berkan: “Nu weten de club en alle toeschouwers bij wie ze moeten zijn als er juridische problemen zijn!”
Ferda is sinds 1990 advocaat letselschaderecht. Daarnaast is zij mediator. Ferda werkt vrijwel uitsluitend voor slachtoffers. Met haar 30 jaar ervaring is zij gepokt en gemazeld in de wereld van verzekeraars en rechtbanken.
Meer artikelen van Ferda van Benthem