Interview met Ine Dilven

22 mei 2018 Letselschaderecht AK Advocaten

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.
Interview met Ine Dilven, advocaat letselschaderecht bij AK, over een strafzaak waarin de rechtbank € 50.000 smartengeld toekende aan het slachtoffer. Op 16 maart 2017 slaat het noodlot toe voor de cliënte van Ine. Nadat zij met haar buurman uit eten is geweest belandt hij in een psychose. Hij mishandelt de cliënte van Ine ernstig en duwt haar over het balkon van haar woning, op de derde verdieping van een appartementencomplex. Zij raakt daarbij levensgevaarlijk gewond. Zo loopt zij onder andere een neurotrama, hersenkneuzingen, zeer ernstig aangezichtsletsel en fracturen in haar gezicht op. Ook moet zij voortaan haar linkeroog missen. In de strafzaak die volgt acht de rechtbank in Breda de verdachte aansprakelijk voor de immateriële schade van het slachtoffer. De rechtbank veroordeelt hem onder meer tot het betalen van een bedrag van € 50.000 aan smartengeld. Dat is in het strafrecht een fors bedrag, zeker voor Nederlandse begrippen. Ine vertelt hoe de rechtbank tot dat bedrag heeft kunnen komen, en waarom dit voor slachtoffers zo’n bemoedigende uitspraak is.

Smartengeld

“Rechters begroten smartengeld vaak aan de hand van uitspraken van collega-rechters, die gepubliceerd worden in de zogenaamde Smartengeldgids. De rechter zoekt daarin enigszins vergelijkbare zaken op, om zo een vergoeding vast te stellen die in lijn is met eerdere uitspraken”. Ine vervolgt, nu wat feller: “De belangenbehartigers van slachtoffers vinden echter al jaren dat die smartengeldvergoedingen te laag zijn en geen recht doen aan de individuele situatie van elk slachtoffer. Het verdriet, de pijn en het leed van ieder slachtoffer is uniek”.

De onderbouwing

Hoe heeft Ine deze zaak aangepakt? “Ik vind het belangrijk om een vordering te onderbouwen vanuit het persoonlijke verhaal van het slachtoffer. Daar leende deze zaak zich goed voor. Iedereen kan zich voorstellen dat het emotioneel een enorme klap geeft als je een oog verliest door zó’n gruwelijk incident. Zeker als dat ook nog eens volledig buiten je eigen schuld om gebeurt. Mijn cliënte was gewoonweg op de verkeerde tijd op de verkeerde plaats”. “De gevolgen voor mijn cliënte zijn nog steeds enorm groot. Zo is met het verlies van haar oog niet alleen één van haar belangrijkste zintuigen blijvend aangetast, maar het letsel is ook nog steeds goed zichtbaar. Op dit moment heeft zij bijvoorbeeld nog geen oogprothese. Als zij die eenmaal heeft, zal zij nog steeds dagelijks aan de mishandeling herinnerd worden. Zij moet de prothese namelijk elke ochtend indoen en elke avond weer uitnemen. Dat is natuurlijk ontzettend confronterend”. Om de claim te onderbouwen heeft Ine dus veel foto’s van haar cliënte aan het dossier toegevoegd, zowel van kort na het incident als van het herstelproces. Ook heeft Ine uitgebreide medische informatie aan het dossier toegevoegd. Ine vervolgt: “Daarnaast is het goed om niet alleen als advocaat, maar ook als medemens naar zo’n zaak te kijken en je af te vragen ‘Wat zou dit voor mij betekenen?’ Zo hebben we verschillende omstandigheden geschetst die een grote impact op mijn cliënte hebben gehad. Zij mocht op enig moment bijvoorbeeld het ziekenhuis verlaten en weer terug naar huis, maar dat was ook de plaats van het delict. Om daar weer te gaan slapen was voor haar ontzettend moeilijk. Ook moest zij een test afleggen bij het CBR om weer auto te mogen rijden. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat je met één oog je rijbewijs mag houden”. Daarnaast hebben de dochters van het slachtoffer een zogenaamde slachtofferverklaring voorgelezen, waarin de cliënte van Ine zelf had beschreven wat de gevolgen van het incident voor haar en haar dochters waren. Deze verklaring is door Ine’s cliënte voorbereid, in overleg met de casemanager van Slachtofferhulp Nederland. Ine: ”Tijdens de voordracht kon je een speld horen vallen in de zittingszaal, iedereen had kippenvel”. Over de hoogte en onderbouwing van de vordering heeft Ine van tevoren overlegd met de officier van justitie. Ine: “Ik vind het altijd belangrijk dat het OM achter de vordering kan staan. Tijdens de zitting moet de officier van justitie namelijk als eerste iets van de vordering vinden. Als de officier het niet eens is met de vordering sta je al met 1-0 achter”.

De uitspraak

Op 6 maart 2018 deed de rechtbank Breda uitspraak in deze zaak. De verdachte kreeg tbs met voorwaarden. Daarnaast moet hij het slachtoffer een schadevergoeding van bijna € 54.000 betalen. € 50.000 daarvan is dus voor de immateriële schade, ofwel smartengeld. Ine: “Je kunt wel stellen dat het leed dat mijn cliënte is aangedaan ook op de rechters ontzettend veel indruk heeft gemaakt. Dat is niet alleen te zien aan de hoogte van het bedrag, maar ook aan de overwegingen die de rechtbank in het vonnis aan de situatie van mijn cliënte heeft gewijd.” Omdat de rechtbank bovendien de schadevergoedingsmaatregel van toepassing heeft verklaard, stelt de overheid zich garant voor de uitbetaling van het bedrag. Als de dader het geld niet heeft, hoeft Ine er dus niet zelf achteraan, maar krijgt haar cliënte het geld van het CJIB. De overheid gaat het bedrag vervolgens op de dader proberen te verhalen. Hoe nu verder? Omdat er geen hoger beroep is ingesteld, is de strafzaak onherroepelijk. Voor Ine en haar cliënte is het echter nog niet klaar. “Nadat de strafzaak was afgerond werd duidelijk dat mijn cliënte wellicht haar oude werkzaamheden niet meer kan oppakken. Zij deed administratief werk, maar met maar één oog is het te vermoeiend om dat werk de hele dag te doen. Zij moet dus minder gaan werken en zal waarschijnlijk inkomsten verliezen”. “Ik zou graag een civiele procedure tegen de dader starten, maar mijn cliënte moet daarvoor eerst een aantal afwegingen maken. Kan zij het emotioneel gezien aan een lang civiel traject aan te gaan? En al halen we nog zo’n prachtig vonnis, valt er straks nog iets te halen bij deze dader? Hij moet nu eerst voor langere tijd behandeld worden en heeft daarna natuurlijk weinig toekomstperspectief”. Of Ine’s cliënte die civiele strijd ook aan wil zal de toekomst uitwijzen. Voor nu is Ine in ieder geval tevreden over de toekenning van het smartengeld. “Het is echt een opsteker voor slachtoffers en hun belangenbehartigers. Het bewijst dat er ook binnen rechtbanken meer begrip komt voor de rechten van slachtoffers. Samen met mijn collega’s hoop ik dat dit het begin is van een trend!”

Over de blogger
AK Advocaten

AK Advocaten is één van de grotere advocatenkantoren in West-Brabant. Een sterk kantoor wordt gedragen door een team van sterke individuen.

Meer artikelen van AK Advocaten

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.