Letselschade door vuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2021-2022

03 jan 2022 Letselschaderecht Jolanda Broeders

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.

Vuurwerkverbod tijdens Oud en Nieuw 2021-2022

Al sinds lange tijd luiden wij het nieuwe jaar traditiegetrouw in met champagne, oliebollen en vuurwerk. Aan die laatste traditie is, in ieder geval voorlopig, een einde gekomen. Net als tijdens de vorige jaarwisseling was het verkopen, vervoeren, buitenshuis bezitten en afsteken van zogenoemd consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling van 2021-2022 verboden. Het gaat om al het vuurwerk dat op grond van de Europese Pyrorichtlijn (2013/29/EU) valt onder categorie F2 of F3. Fop- en schertsvuurwerk, dat valt onder categorie F1, afsteken mocht wel. Hierbij moet gedacht worden aan licht vuurwerk dat het hele jaar verkrijgbaar is, zoals trektouwtjes, knalerwten, fonteintjes en sterretjes. Welk vuurwerk tot welke categorie behoort is terug te vinden in de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk.

Het demissionair kabinet wil met het vuurwerkverbod voorkomen dat er vuurwerkslachtoffers naar het ziekenhuis moeten en daarmee de zorg, handhavers en andere hulpverleners, die ten gevolge van het coronavirus al lange tijd onder grote druk staan, ontlasten.

Effect vuurwerkverbod op de belasting van de zorg

Dat het vuurwerkverbod het beoogde effect heeft, laten de cijfers van vorig jaar duidelijk zien. Tijdens de jaarwisseling van 2019-2020, toen er nog geen vuurwerkverbod gold, meldden bijna 1.300 slachtoffers van vuurwerk zich bij het ziekenhuis of een huisartsenpost. Ten gevolge van het vuurwerkverbod nam dit aantal in 2020-2021 af naar een kleine 400 slachtoffers. Uit onderzoek blijkt dat de daling van het aantal vuurwerkslachtoffers gold voor alle typen vuurwerk, ook voor zwaar illegaal vuurwerk en carbidschieten. Van de verwondingen die werden gemeld ontstond de meerderheid door knalvuurwerk. De meest voorkomende letsels zijn brandwonden, vooral aan handen of vingers, gevolgd door oogletsels.

Met het vuurwerkverbod voor 2021-2022 heeft de overheid opnieuw extra druk op zorg en hulpverlening willen voorkomen. Volgens de politie werd het vuurwerkverbod dit jaar echter massaal genegeerd, met als gevolg meer vuurwerkslachtoffers dan tijdens de vorige jaarwisseling. Ook het onschuldig lijkende fop- en schertsvuurwerk zorgde deze jaarwisseling weer voor de nodige slachtoffers.

Ik wil meer weten over letselschaderecht

Gevolgen van het vuurwerkverbod voor (letsel)schade claims

Door het vuurwerkverbod was het afsteken van vuurwerk uit categorie F2 en F3 deze jaarwisseling illegaal. De invoering van het tijdelijke vuurwerkverbod heeft niet alleen tot gevolg dat aan de overtreder van het verbod een boete kan worden opgelegd. Het tijdelijke vuurwerkverbod heeft ook consequenties voor de mogelijkheid om (letsel)schade die is ontstaan als gevolg van vuurwerk te verhalen.

Het claimen van vuurwerkschade bij verzekeraars

Als je in strijd met het vuurwerkverbod vuurwerk hebt afgestoken en daarbij schade en/of letsel hebt veroorzaakt (bij jezelf of een ander), dan is de kans heel groot dat jouw verzekeraar dat niet vergoedt. Verzekeraars zullen een beroep doen op de in de polisvoorwaarden opgenomen uitsluiting voor opzet, bewuste roekeloosheid en/of merkelijke schuld van de verzekerde. Ontstaat er (letsel)schade dan blijft die schade dus voor rekening van degene die in het bezit was van het illegale vuurwerk.

Het claimen van vuurwerkschade bij een ander

Tijdens de jaarwisseling van 2020-2021 was 44% van de vuurwerkslachtoffers een omstander. Als je tijdens deze jaarwisseling door toedoen van een ander (letsel)schade hebt opgelopen door – al dan niet illegaal – vuurwerk, kun je die ander daarvoor aansprakelijk stellen op grond van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (onrechtmatige daad).

Artikel 6:162 BW

Artikel 6:162, lid 1, BW bepaalt dat iemand die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, verplicht is de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden.

Op grond van lid 2 van dit artikel kan als onrechtmatige daad worden aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt.

klein jongetje met sterretjes.

"Het vuurwerkverbod werd dit jaar massaal genegeerd, met als gevolg meer vuurwerkslachtoffers dan tijdens de vorige jaarwisseling."

Onrechtmatig handelen vóór de invoering van het vuurwerkverbod

Vóór de invoering van het tijdelijke vuurwerkverbod diende iemand die letsel had opgelopen door het vuurwerk van een ander te bewijzen dat die ander had gehandeld in strijd met “hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt”, oftewel de maatschappelijke zorgvuldigheid, door het vuurwerk op een bepaalde manier af te steken. Bijvoorbeeld door aan te tonen dat die ander de voorschriften voor het afsteken van de vuurpijl niet had nageleefd. Bij de beoordeling van de vraag of iemand verwijtbaar had gehandeld speelden de in de rechtspraak ontwikkelde ‘kelderluikcriteria’ een rol. Om te bepalen of sprake was van onrechtmatige daad dienden de volgende vragen te worden beantwoord.

  1. Kon worden verwacht dat letsel aan iemand zou worden toegebracht door op een bepaalde manier vuurwerk af te steken?
  2. Was de kans groot dat op deze manier letsel aan iemand zou worden toegebracht?
  3. Was er kans op ernstig letsel?
  4. Was het eenvoudig om maatregelen te nemen om het ongeval te voorkomen?

Als deze vragen (grotendeels) bevestigend konden worden beantwoord, kon worden geconcludeerd dat het afsteken van het vuurwerk op die manier onrechtmatig was en moest de dader de schade die een ander daardoor had geleden vergoeden. In de praktijk kon dit zorgen voor lastige discussies over de vraag of in strijd was gehandeld met de maatschappelijke zorgvuldigheid.

Onrechtmatig handelen na de invoering van het vuurwerkverbod

Met de invoering van het tijdelijke vuurwerkverbod is het afsteken van vuurwerk uit categorie F2 en F3 tijdens de jaarwisseling van 2021-2022 per definitie “een doen in strijd met een wettelijke plicht” geworden. De persoon die in strijd met het vuurwerkverbod toch dat soort vuurwerk heeft afgestoken, is in beginsel aansprakelijk voor de schade die een ander daardoor heeft geleden. Het verhalen van schade veroorzaakt door oudejaarsvuurwerk is door het tijdelijke vuurwerkverbod dus eenvoudiger geworden. Je hoeft namelijk minder te bewijzen.

(Letsel)schade door fop- en schertsvuurwerk

Voor (letsel)schade die is ontstaan als gevolg van het afsteken van fop- en schertsvuurwerk uit categorie F1 geldt dat nog wel zal moeten worden bewezen dat de ander heeft gehandeld in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid door het vuurwerk op een bepaalde manier af te steken. Dit vuurwerk was tijdens de afgelopen jaarwisseling immers niet illegaal.

Schadevergoeding voor materiële en immateriële vuurwerkschade

Als je kunt bewijzen dat je tijdens deze jaarwisseling schade hebt geleden door het (illegale) vuurwerk van een ander heb je recht op vergoeding van de schade die als gevolg daarvan is ontstaan. Je kunt dan denken aan de kosten die je hebt gemaakt en een smartengeldvergoeding.

Hulp nodig?

Is het nieuwe jaar voor jou minder gelukkig begonnen dan verwacht, omdat je het slachtoffer bent geworden van het (illegale) vuurwerk van een ander? Twijfel dan niet en neem contact op met onze specialisten van de sectie Letselschaderecht. Wij helpen je graag bij het verhalen van de schade die je hebt geleden.

Ik ga contact opnemen

Over de blogger
Jolanda Broeders

Jolanda werkt sinds 1995 bij AK Advocaten. Haar praktijk bestaat volledig uit letselschadezaken.

Meer artikelen van Jolanda Broeders
Jolanda Broeders

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.