Doorbreking geheimhoudingsplicht in het kader van de WMO 2015

18 dec 2024 Letselschaderecht Esra Sarigöl

In dit blog bespreek ik een recente uitspraak in een zaak van mijn collega Celine Yue. Het betreft een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over een tragisch geval van zelfdoding door Lucas. De moeder van Lucas wilde inzage in het dossier van haar zoon om te begrijpen wat er misging in de zorg die hij ontving. Dit dossier had zij opgevraagd bij de instelling voor beschermd wonen, waar Lucas verbleef, en bij de psychiater. De rechtbank moest beslissen of zij recht had op deze inzage. Dit vorderde zij op grond van art. 7:458a BW.

Ik wil meer weten over letselschaderecht

Wat staat er in de wet?

Artikel 7:458a BW gaat over het inzagerecht voor nabestaanden in het medisch dossier van een overleden patiënt. Dit artikel bepaalt dat de hulpverlener, in afwijking van artikel 7:457 lid 1 BW, desgevraagd inzage in of een afschrift van gegevens uit het dossier van een overleden patiënt verstrekt aan:

  1. Een persoon ten behoeve van wie de patiënt bij leven toestemming heeft gegeven, mits deze toestemming schriftelijk of elektronisch is vastgelegd.
  2. Een nabestaande als bedoeld in artikel 1 van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz), of een persoon als bedoeld in artikel 465 lid 3 BW, indien deze nabestaande of persoon een mededeling over een incident op grond van artikel 10, derde lid, van de Wkkgz heeft gekregen.
  3. Eenieder die een zwaarwegend belang heeft en aannemelijk maakt dat dit belang mogelijk wordt geschaad en dat inzage in of afschrift van gegevens uit het dossier noodzakelijk is voor de behartiging van dit belang.

De feiten

Lucas had ernstige psychische problemen (inclusief suïcidale gedachten) en woonde in een beschermde woonomgeving. Vanwege zijn complexe psychische problematiek en de daardoor ingewikkelde hulpvraag heeft de instelling met een psychiater samengewerkt. Er waren signalen aan de instelling afgegeven dat Lucas voornemens was om zichzelf te verwonden. Lucas verliet de instelling om boodschappen te doen, maar had in werkelijkheid andere plannen. Lucas beëindigde dezelfde avond zijn leven door treinsuïcide. Zijn moeder vermoedde dat er medische fout(en) en/of beroepsfout(en) waren gemaakt in de verleende zorg en wilde daarom inzage in zijn medisch dossier en behandeldossier.

''Artikel 7:458a BW gaat over het inzagerecht voor nabestaanden in het medisch dossier van een overleden patiënt.''

De uitspraak

De rechtbank oordeelde dat de moeder recht had op inzage in het behandeldossier van haar overleden zoon. Dit besluit was gebaseerd op het feit dat zij een zwaarwegend belang had om te begrijpen wat er mis was gegaan. De rechtbank vond dat de geheimhoudingsplicht van de instelling doorbroken mocht worden, omdat het belang van de moeder zwaarder woog.

Belangrijke overwegingen

  1. Zwaarwegend belang: De moeder moest aantonen dat haar belang bij inzage zwaarder woog dan de geheimhoudingsplicht van de instelling. De moeder van Lucas slaagde erin, omdat er aanwijzingen waren dat Lucas suïcidaal was en de instelling mogelijk is tekortgeschoten in de zorg van Lucas.
  2. Noodzaak van inzage: De rechtbank vond dat inzage in het dossier noodzakelijk was voor de moeder om haar vragen te kunnen beantwoorden, namelijk of er fouten waren gemaakt in de zorgverlening. Zonder deze informatie kan zij niet goed beoordelen of de zorg adequaat is geweest.
  3. Beperking van inzage: De inzage in het dossier werd beperkt tot de periode van april 2022 tot en met juni 2022, de maanden direct voorafgaand aan de zelfdoding. Alleen de gegevens uit het medisch dossier en behandeldossier, die zagen op het suïcidale gedrag van Lucas voorafgaand aan en op 22 juni 2022, en het onderzoek (nadien) naar de zelfdoding, die in verband staan met de zelfdoding, worden verstrekt.

Doorbreking van de geheimhouding in het kader van de WMO 2015

Lucas had geen behandelingsovereenkomst met de instelling waar hij onder begeleiding woonde, waardoor het medisch beroepsgeheim zoals vastgelegd in artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek in deze situatie niet van toepassing is. Er is wel sprake van een zorgovereenkomst, waardoor de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (hierna: WMO 2015) van toepassing is. De geheimhoudingsplicht van de instelling voor beschermd wonen vloeit voort uit artikel 5.3.3 van de WMO 2015. Helaas voorziet de WMO 2015 niet in uitzonderingen op deze geheimhoudingsplicht, zoals wel het geval is bij artikel 7:457 van het Burgerlijk Wetboek.

Deze uitspraak is zeer belanghebbend, omdat er voor het eerst is geoordeeld dat geheimhouding op grond van de WMO 2015 toch doorbroken kan worden. De rechter oordeelde namelijk dat de geheimhoudingsplicht niet absoluut is en onder vergelijkbare voorwaarden als bij het medisch beroepsgeheim een doorbrekingsgrond bestaat.

Conclusie

Deze uitspraak biedt nabestaanden de mogelijkheid om in het kader van de WMO 2015 inzage te krijgen in het behandeldossier van de overledene, zodat zij kunnen nagaan of er sprake is geweest van een medische fout of een beroepsfout. Hoewel de WMO 2015 geen specifieke regeling kent die een uitzondering op de geheimhoudingsplicht toestaat, heeft de rechtbank geoordeeld dat in dit geval een afweging moet worden gemaakt tussen het zwaarwegende belang van de moeder van Lucas en de geheimhoudingsplicht van de instelling en de psychiater.

Ik wil contact opnemen

Over de blogger
Esra Sarigol

Esra werkt sinds december 2022 bij de sectie Letselschade van AK Advocaten. Hiervoor werkte zij als advocaat bij een in letselschade gespecialiseerd kantoor in Arnhem.

Meer artikelen van Esra Sarigol

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.