De nieuwe wet seksuele misdrijven. Wat is er veranderd en waar moeten slachtoffers rekening mee houden?

15 jul 2024 Letselschaderecht Romana van der Leij

Per 1 juli 2024 is (eindelijk) de nieuwe Wet seksuele misdrijven in werking getreden. Slachtoffers van seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag worden strafrechtelijk beter beschermd, doordat meer vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag (ook online) strafbaar zijn en straffen zijn verhoogd. Wat is er veranderd en waar moeten slachtoffers rekening mee houden?

Aanleiding nieuwe wet

De wet, zoals deze tot 1 juli 2024 gold, was enorm verouderd. Er is niet alleen een veranderende maatschappelijke opvatting over (wat) seksueel overschrijdend gedrag en seksueel geweld (is), maar ook steeds meer aandacht voor slachtoffers van dergelijke feiten. Dit onder andere door de misstanden in de mediawereld (denk aan The Voice), de MeToo-beweging, toenemend gebruik van internet, sociale media en smartphones, technologische ontwikkelingen, etc. Dit maakte het onder andere noodzakelijk om ook online delicten een plek in de wet te geven. Dergelijke strafbare feiten waren namelijk niet tot nauwelijks in de oude wet geregeld.

De aanleiding voor de nieuwe wet is daarnaast ook gevonden in de ‘psychologie-hoek’; een aanleiding voor de nieuwe wet is ook deels gebaseerd op kennis over hoe slachtoffers reageren op seksueel geweld en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Er zijn vier manieren van hoe slachtoffers reageren na een ingrijpende gebeurtenis: vluchten, bevriezen, vechten of meebewegen. Vaak is ‘bevriezen’ (niets doen) en ‘meebewegen’ (meehelpen) te zien bij slachtoffers als automatische reactie. Achteraf voelen slachtoffers zich hier vaak schuldig over, maar eigenlijk is het een soort overlevingsstand; met zo min mogelijk schade zien te ‘overleven’ en hopen dat het zo snel mogelijk is afgelopen.

Consent wetgeving 

Onder de nieuwe wet is het voor strafbaar seksueel contact zodoende niet langer vereist dat er dwang of geweld is gebruikt door de verdachte (verzetten door slachtoffers is daarmee ook niet langer meer ‘vereist’). De verdachte is strafbaar op het moment dat hij/zij wist of had moeten weten dat de ander het seksueel contact niet wilde; onvrijwillige seks is strafbaar. Het wordt dan ook wel ‘consent-wetgeving’ genoemd. Instemming is van belang; voor iedereen moet seks altijd vrijwillig en gelijkwaardig zijn. Dwang en/of geweld zijn voortaan een strafverzwarende factor in plaats van een vereiste.

Ik wil meer weten over letselschaderecht

Nieuwe strafbare feiten 

Er is niet alleen sprake van een herstructurering van artikelen, het vernieuwen van terminologie en het moderniseren van de wet, er zijn ook nieuwe strafbare feiten toegevoegd. Hierdoor wordt het mogelijk om van meer feiten aangifte te doen. In de oude wet waren de strafbepalingen vooral gericht op fysiek seksueel geweld. Met het toenemend gebruik van internet, sociale media en smartphones is er meer online seksueel contact, waardoor het ook makkelijker is om seksuele misdrijven op afstand te plegen. Vooral kinderen zijn kwetsbaar voor online seksueel misbruik.

Per 1 juli 2024 is sexchatting – het seksueel benaderen van kinderen onder de 16 jaar of van 16-17 jaar in een kwetsbare positie – strafbaar. Belangrijk daarbij is dat het daadwerkelijke seksuele misbruik niet hoeft te volgen (zoals wél bij grooming). Dit maakt het mogelijk om al in de voorfase (eerder) op te kunnen treden.

Daarnaast is per 1 juli 2024 seksuele intimidatie strafbaar. Het gaat dan kort gezegd om het op indringende wijze in het openbaar (online of fysiek) het seksueel benaderen van een persoon door bijvoorbeeld opmerkingen, gebaren, geluiden of aanrakingen die vernederend, kwetsbaar of onterend zijn of waardoor vrees ontstaat.

Straffen worden verhoogd 

In de maatschappij heerste de opvatting dat de straffen te laag waren. Onder de nieuwe wet zijn de strafmaxima voor seksuele delicten met minderjarigen dan ook verhoogd. Veel hogere gevangenisstraffen zijn mogelijk.

Moment van het plegen geldt 

Delicten die vóór 1 juli 2024 zijn gepleegd, vallen onder de oude wet. Delicten die op of na 1 juli 2024 zijn gepleegd, vallen onder de nieuwe wet. Het moment van het plegen van het delict is leidend.

quote zedendelicten blog ak advocaten handen

"Er is niet alleen sprake van een herstructurering van artikelen, het vernieuwen van terminologie en het moderniseren van de wet, er zijn ook nieuwe strafbare feiten toegevoegd. Hierdoor wordt het mogelijk om van meer feiten aangifte te doen."

Bewijslast verandert niet 

In zedenzaken speelt bewijsproblematiek vaak een grote rol. Vaak vinden zedendelicten immers plaats in een 1-op-1 situatie. Slachtoffers doen ook vaak pas op een (veel) later moment aangifte. Getuigen en ander bewijs worden echter minder betrouwbaar naarmate er meer tijd verstrijkt.

Zorgt de nieuwe wet met nieuwe mogelijkheden voor vervolging ook voor meer veroordelingen? Dat is nog maar de vraag. Met de komst van de nieuwe wet verandert de bewijslast namelijk niet. De drempel voor het doen van aangifte wordt verlaagd, omdat er meer strafbare feiten (online en fysiek) zijn waarvan slachtoffers aangifte kunnen doen. De bewijslast blijft echter hetzelfde. Dit wordt niet makkelijker. Enkel een verklaring (aangifte) van een slachtoffer is onvoldoende. Er is ook steunbewijs nodig zoals sporen, getuigen, camerabeelden, berichten via de telefoon, etc. Dit om te voorkomen dat iemand zomaar onterecht kan worden veroordeeld.

Meer veroordelingen? 

Met de komst van de nieuwe wet, worden ook de zorgen rondom de afdoening van zedendelicten extra benadrukt. Als slachtoffers eenmaal aangifte hebben gedaan, worden ze geconfronteerd met lange wachttijden. Zedenzaken blijven vaak lang liggen, omdat er te weinig gespecialiseerde zedenrechercheurs zijn om alle aangiften op te pakken en snel te behandelen, maar ook bij het OM en de rechtbank zijn de doorlooptijden lang en zijn er problemen met de bezetting. Gevreesd wordt dat de nieuwe wet ertoe zal leiden dat zedenzaken nog meer vertraging oplopen. Binnen de politie, justitie en de rechtspraak is men heel hard bezig om deze doorlooptijden te verkorten. Voor het herstel van het slachtoffer is het van belang om de strafzaak snel te kunnen afsluiten.

Tot slot 

De uitbreiding van de strafbaarstelling van zedenmisdrijven is een gewenste ontwikkeling, past beter bij de huidige opvattingen binnen de maatschappij en geeft de juiste boodschap. Toch worden problemen voorzien met betrekking tot de uitvoering van de wet en het effect daarvan op slachtoffers. Gevreesd wordt dat zedenslachtoffers straks nog langer op het onderzoek en de behandeling van hun zaak moeten wachten.

De nieuwe wet lijkt dus op het eerste gezicht een gunstige ontwikkeling, maar hopelijk wordt er ook snel iets gedaan aan de bezetting en de doorlooptijden, zodat de wet ook echt effectief kan worden uitgevoerd.

Vragen met betrekking tot dit blog? Neem contact op met mij of een van mijn collega’s van de sectie Letselschaderecht. Wij helpen graag!

Ik ga contact opnemen

Over de blogger
Romana van der Leij

Romana werkt sinds februari 2024 op de sectie Letselschade van AK Advocaten. Voordat zij bij AK kwam, werkte Romana ruim zeven jaar bij een advocatenkantoor in Oosterhout, waarvan zesenhalf jaar als advocaat.

Meer artikelen van Romana van der Leij

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.