27 sep 2024 Letselschaderecht Willianne Oudijk
Als je het slachtoffer wordt van een ongeval, een misdrijf of een medische fout kun je recht hebben op een schadevergoeding. Vaak bestaat deze schadevergoeding ook uit smartengeld. Daarbij wordt al snel gedacht aan Amerikaanse bedragen, maar sinds deze maand moet misschien eerder worden gedacht aan Rotterdamse bedragen!
Smartengeld is een financiële vergoeding voor immateriële schade. Met deze schade wordt gedoeld op gederfd levensgenot, pijn, ontsiering van het lichaam en aantasting van de eer en goede naam. Het gaat dus om emotionele, lichamelijke en psychische schade. Van oudsher heeft smartengeld twee doelen: het compenseren van aangedaan nadeel en het bieden van genoegdoening. Smartengeld kan dus worden gebruikt om te compenseren voor bijvoorbeeld de tijd die je kwijt bent aan medische behandelingen, voor blijvende beperkingen of voor een gemiste vakantie.
Om smartengeld te krijgen, moet er eerst iemand aansprakelijk zijn voor jouw schade. Volgens de wet (artikel 6:106 BW) zijn er drie situaties waarin iemand vervolgens recht kan hebben op smartengeld:
a) Indien de aansprakelijke persoon het oogmerk had om nadeel bij een ander toe te brengen
b) Indien het slachtoffer lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast
c) Indien het nadeel gelegen is in de aantasting van de nagedachtenis van een overledene
Je krijgt dus smartengeld als je kan bewijzen dat iemand je opzettelijk schade heeft toegebracht, maar dat gebeurt niet snel. Je kunt ook smartengeld krijgen als je door de fout van een ander lichamelijk letsel hebt opgelopen, bent geschaad in je eer of goede naam of wanneer je op andere wijze in je persoon bent aangetast. Bij ‘persoonsaantasting op andere wijze’ gaat het over slachtoffers met objectief vastgesteld geestelijk letsel (bijvoorbeeld PTSS) en de zogeheten ‘EBI-norm’. De EBI-norm houdt in dat de aard en de ernst van de normschending zo ‘heftig’ zijn dat de nadelige gevolgen daarvan voor de hand liggen. De persoonsaantasting wordt dan aangenomen zonder dat die persoonsaantasting hoeft te worden aangetoond. Voorbeelden hiervan zijn zedendelicten of sommige bedreigende situaties, zoals diefstal met geweld of vrijheidsberoving. Tot slot kan een beperkte groep mensen (tot tweedegraads familie) smartengeld krijgen als de eer en goede naam van een overledene wordt geschaad.
De rechter stelt het smartengeld ‘naar billijkheid’ vast. Dat betekent dat de rechter de zaak vergelijkt met vergelijkbare situaties van andere slachtoffers. Op basis daarvan bepaalt de rechter hoeveel smartengeld hij passend vindt.
Om de praktijk een beetje te helpen heeft de ANWB de ‘Smartengeldgids’ ontwikkeld. Dit is een boek (en website) waarin allemaal samenvattingen van eerdere uitspraken staan, gesorteerd op type letsel/zaak.
Alleen niet alle uitspraken staan in dit boek. En soms wijken de uitspraken erg van elkaar af. Ook is er niet voor elke zaak een vergelijkbare situatie, ieder slachtoffer is namelijk uniek. Om toch iets meer sturing te geven is in opdracht van de Raad voor de Rechtspraak een onderzoeksproject gestart om de hoogte van smartengeld anders te bepalen.
Dit onderzoeksproject heet de Rotterdamse schaal, vernoemd naar de standplaats van de universiteit waar het onderzoek wordt uitgevoerd. Voor de Rotterdamse schaal is uitgezocht of wij in Nederland voor het bepalen van de hoogte van het smartengeld kunnen aansluiten bij het model dat wordt gebruikt in Ierland en Engeland. Het model sorteert eerst op categorie: lichamelijk letsel, geestelijk letsel of de EBI-norm. Vervolgens wordt gekeken naar verschillende ‘gevaltypen’. Denk dan aan beenletsel wanneer het over de categorie lichamelijk letsel gaat. Of over verkrachting bij de EBI-norm. Voor ieder gevaltype wordt vervolgens een bandbreedte gegeven voor de hoogte van het smartengeld. Met behulp van de factoren die worden genoemd bij die gevaltypen kan dan een inschatting worden gemaakt van de hoogte van het smartengeld.
Op 12 juli 2024 heeft de rechtbank Rotterdam aan een slachtoffer van poging tot doodslag het meeste smartengeld tot nu toegekend: € 400.000,00 (Rechtbank Rotterdam 12 juli 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:6787). Het slachtoffer werd geraakt in zijn hoofd, waardoor hij fors, blijvend hersenletsel en letsel aan zijn schedel opliep. Hij verbleef zes weken op de Intensive Care in het ziekenhuis en moest meerdere operaties ondergaan. De rechtbank hield bij het begroten van het smartengeld rekening met de jonge leeftijd, de ernst van het letsel en de grote gevolgen voor het slachtoffer. Voor de Rotterdamse schaal moet worden gekeken naar het ‘dominante letsel’. Dat zou hier het. hersenletsel zijn. Bij zeer ernstig hersenletsel krijgt het slachtoffer een vergoeding tussen de € 185.000,00 en € 265.000,00. Bij ernstig hersenletsel ligt dit bedrag tussen de € 140.000,00 en € 185.000,00. Omdat hier opzet in het spel was, de verdachten zijn met de auto uit Frankrijk naar het huis van het slachtoffer in Vlaardingen gereden en met een doorgeladen vuurwapen de woning ingegaan, zou volgens de Rotterdamse schaal het bedrag met 10% kunnen worden verhoogd. In dat geval zou je uitkomen op een bedrag tussen de € 154.000,00 en € 291.500,00. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden van het slachtoffer zou een hoger bedrag gerechtvaardigd kunnen zijn (zie voor een uitgebreide uitleg over meervoudigheid van type letsels paragraaf 4.2 van de Rotterdamse schaal).
De conceptversie van deze Rotterdamse schaal is te vinden op de website: www.rotterdamseschaal.nl.
Ben jij slachtoffer en wil je weten of je recht hebt op schadevergoeding? Neem dan contact op met mij of mijn collega’s van de sectie letselschaderecht. Wij helpen je graag.
Willianne werkt sinds de zomer van 2024 bij de sectie Letselschade van AK Advocaten. Voordat zij bij ons kantoor kwam werkte Willianne een aantal jaar als juridisch medewerker op een Rotterdams kantoor.
Meer artikelen van Willianne Oudijk