Publicaties

Letselschaderecht

Zwakkere verkeersdeelnemers Artikel 185 Wegenverkeerswet (WVW) komt om de hoek kijken wanneer er een aanrijding heeft plaatsgevonden tussen een motorrijtuig en een “zwakkere verkeersdeelnemer”. Zwakkere verkeersdeelnemers zijn voetgangers en fietsers. Zwakkere verkeersdeelnemers genieten extra bescherming. Dit houdt in dat de aansprakelijkheid in beginsel rust op het motorrijtuig. Voorbeeld: er vindt een ongeval plaats tussen een auto en een fietser. De fietser reed door het rode verkeerslicht. De fietser heeft als gevolg van het ongeval letsel opgelopen. Een automobilist is in principe altijd aansprakelijk voor de schade van de fietser. Dit is alleen anders indien er sprake is van overmacht van de automobilist. Overmacht wordt aangenomen, als de automobilist geen enkel verwijt gemaakt kan worden. Ook moet de fout van de fietser zo onwaarschijnlijk zijn dat de automobilist daarmee geen rekening kon en hoefde te houden. Er is in de praktijk vrijwel nooit sprake van overmacht. Een eventuele schulddeling is dan nog wel mogelijk als er sprake is van eigen schuld van de fietser. Ook als er sprake is van eigen schuld bij de fietser krijgt deze tenminste 50% van de schade vergoed tenzij het verkeersgedrag als opzet of als aan opzet grenzende roekeloosheid moet worden beschouwd. De leeftijd van de zwakkere verkeersdeelnemer speelt eveneens een rol. Wanneer de fietser een kind betreft dat de leeftijd van 14 jaar nog niet heeft bereikt, zal de schade volledig moeten worden vergoed. Dit is alleen anders indien opzet, of met daaraan grenzende roekeloosheid, van de fietser kan worden bewezen. Conclusie: het gebruik van motorrijtuigen in het verkeer brengt risico's met zich mee. Die risico's vormen vooral een bedreiging voor de zwakkere verkeersdeelnemers. Om die te beschermen is er een artikel in de wet opgenomen: artikel 185 WVW. Letselschaderecht