28 apr 2021 Algemeen Yannick Willems
Aan het einde van vorig jaar kondigde de Raad voor de Rechtspraak (hierna ook: ‘Raad’) aan, de lengte van processtukken aan banden te willen leggen. Op 1 april 2021 werd daad bij het woord gevoegd en is dit voornemen realiteit geworden. Voor mij reden om in dit blog stil te staan bij deze beperking.
Aanleiding voor de beperking is volgens de Raad gelegen in het feit dat de lengte van processtukken al jaren gestaag toeneemt. Als gevolg daarvan zijn betrokkenen veel extra tijd kwijt aan het doorgronden en het begrijpen van processtukken. Een direct gevolg is dat daarmee het beginsel van hoor en wederhoor onder druk zou komen te staan. Ontbreekt het geld om een advocaat voor die extra tijd te betalen, dan komt deze procespartij minder beslagen ten ijs, zo lijkt de gedachte.
Een ander belangrijk punt voor de Raad om de lengte van processtukken in hoger beroep te beperken, is om de omvang van procesdossiers beter beheersbaar te maken. Op die manier zou de doorlooptijd worden verkort en wordt de kans verminderd dat belangrijke details over het hoofd worden gezien.
Naast de door de Raad genoemde voordelen kleven er ook zeker nadelen aan het beperken van de lengte van processtukken.
In hoger beroep wordt een zaak volledig opnieuw behandeld door een hogere rechter. Te korte processtukken kunnen ertoe leiden, dat de ‘herstel- en controle functie’ van het hoger beroep in het gedrang komt. Ook bestaat de kans dat hoger beroep langzaam verandert in een ‘welles-nietesspelletje’, omdat het ontbreekt aan de ruimte om eerder ingenomen standpunten van verdieping te voorzien.
Daarnaast bestaat het gevaar dat niet tegen ieder oordeel van de rechtbank kan worden opgekomen. Dit risico is aannemelijk, omdat de omvang van een vonnis niet aan enige beperkingen is gebonden. Let wel: aan feiten en omstandigheden die door de rechtbank zijn vastgesteld, en waar niet tegen wordt opgekomen, is het gerechtshof gebonden (zogeheten ‘devolutieve werking van hoger beroep’).
Voor stellingen en verweren die onbehandeld of verworpen zijn door de rechtbank, geldt – gelet op de devolutieve werking van het hoger beroep – overigens dat deze door het gerechtshof ambtshalve worden behandeld.
Zwakke plekken zullen tot slot ook sneller aan het licht komen. Wellicht dat dat tevens een voordeel is.
In de kern geldt per 1 april 2021 in beginsel een maximum van 15 of 25 pagina’s, afhankelijk van het type processtuk. Zo is in het procesreglement voor dagvaardingsprocedures (artikel 2.11) en het procesreglement voor verzoekschriftenprocedures (artikel 1.5.5) terug te lezen.
Wie overigens denkt via de opmaak ‘meer’ tekst kwijt te kunnen, komt bedrogen uit. Zo wordt een gangbaar lettertype in de grootte van 11 punten voorgeschreven (voetnoten 9 punten) en geldt een minimale regelafstand van 1, met marges boven, onder, links en rechts van ten minste 2,5 cm.
Als voor het opstellen van een processtuk meer pagina’s nodig is, kan de advocaat daartoe een verzoek doen. Het gerechtshof zal van geval tot geval beoordelen of de juridische of feitelijke complexiteit van een zaak dat vereist.
Dient een advocaat zonder toestemming een processtuk in dat het maximaal aantal pagina’s overschrijdt, dan wordt het processtuk geweigerd en kan de advocaat binnen twee weken een ingekort processtuk indienen. Onduidelijk is wat het gerechtshof doet op het moment dat dan wederom een te lang processtuk wordt ingediend. Mijn vermoeden is dat het gerechtshof het processtuk dan zal weigeren.
Op 26 mei 2021 dient een kort geding dat als doel heeft de beperking van tafel krijgen, dan wel te bewerkstelligen dat aan de beperking in ieder geval tijdelijk geen uitvoering wordt gegeven.
De voorzieningenrechter zal zich dan onder meer buigen over de vragen of (i) beperkingen aan de omvang van processtukken in hoger beroep en (ii) weigering van zulke stukken als ze toch te lang zijn, in strijd zijn met het recht.
Wordt vervolgd!
Yannick is gespecialiseerd in het vastgoed- en ondernemingsrecht. Hij heeft ervaring met het opzetten van samenwerkingen en ondernemingen, maar houdt zich ook bezig met conflicten binnen ondernemingen.
Meer artikelen van Yannick Willems