23 okt 2024 Omgevingsrecht Renata Königel
Het project ViA15 is de laatste jaren vaak in het nieuws geweest. Op 2 oktober 2024 deed de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) eindelijk einduitspraak. Het tracébesluit “A15 / A12 Ressen-Oudbroeken (ViA15)” kon eindelijk de toets der kritiek doorstaan en daarmee kan het project doorgaan. In dit blog wordt de kern van de uitspraak besproken.
Het tracébesluit maakt onder meer verbreding van de A15 mogelijk. Dit leidt tot toename van de stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden Korenburgerveen, Stelkampsveld, Sint Jansberg, Binnenveld, Willinks Weust, Wooldse Veen en Bekendelle. Omdat in de passende beoordeling niet kon worden uitgesloten dat het project tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van die gebieden kon leiden, heeft de minister mitigerende maatregelen genomen, zoalsr extern salderen. Hiervoor is de toename van de stikstofdepostie weggestreept tegen de afname van de stikstofdepositie door beëindiging van zes verschillende agrarische bedrijven in de omgeving (saldogevers).
Dit ging eerder mis. Voor de desbetreffende Natura 2000-gebieden moeten namelijk de staat van instandhouding en de instandhoudingsdoelstellingen in beeld worden gebracht. Als voor het bereiken van die instandhoudingsdoelstelingen (blijvende) daling van de stikstofdepositie vereist is, moet aannemelijk worden gemaakt dat de saldogevers hiervoor niet nodig zijn. Een maatregel die geschikt is om de instandhoudingsdoelstellingen te halen, mag namelijk alleen als mitigerende maatregel worden gebruikt als, gelet op de staat van instandhouding en de instandhoudingsdoelstellingen van het betreffende Natura 2000-gebied, het behoud van natuurwaarden is geborgd, of als er een verbeter- of hersteldoelstelling geldt, dat doel ook op andere wijze kan worden gerealiseerd (additionaliteitsvereiste). Dat had de minister onvoldoende gedaan. Kortom, het huiswerk moest opnieuw.
De minister heeft alsnog een nadere onderbouwing aangeleverd. In de motivering geeft de minister aan dat, om de instandhoudingsdoelstellingen te halen, (blijvende) daling van de stikstofdepositie nodig is. Uit de onderbouwing van de minister blijkt dat de stikstofdepositie daalt en blijft dalen en dat de saldogevers hiervoor dus niet nodig zijn. De minister heeft hiervoor onder meer depositiegegevens van het RIVM en emissieramingen van het PBL gebruikt, aan de hand van vastgesteld en voorgenomen beleid.
De Afdeling accepteert deze onderbouwing. Mitigatie door extern te salderen met saldogevers mag dus, mits goed onderbouwd wordt dat er voldoende andere maatregelen zijn om te waarborgen dat de instandhoudingsdoelstellingen en instandhouding van de desbetreffende Natura 2000-gebieden worden behaald. Met andere woorden, uit de onderbouwing moet blijken dat de stikstofdepositie op de Natura 2000-gebieden daalt en dat blijft doen, los van de saldogevers.
De uitspraak ViA15 biedt mogelijkheden voor ontwikkelaars. Vragen? Neem contact op met Renata Königel.
Renata heeft jarenlang als jurist bij verschillende Brabantse gemeenten gewerkt. Hierdoor heeft zij veel kennis van de gemeentelijke organisatie en regels. In 2013 heeft Renata de overstap naar de advocatuur gemaakt.
Meer artikelen van Renata Konigel