Interview – Achter de toga: wie is Yannick?
29 jun 2022 Ondernemingsrecht Yannick Willems
N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.
Als hij een dag niet fietst, wandelt hij, minimaal 10 kilometer per dag. Niet alleen in zijn eigen stad Breda, maar ook in steden in de buurt. Gedurende het jaar houdt hij in zijn telefoon bij wat hij in die steden wil doen en in welke restaurants hij nog wil eten. Dus als je op zoek bent naar een goede tip voor Antwerpen, Gent of Parijs, moet je bij hem zijn.
Wie schuilt er achter de toga van Yannick Willems, advocaat ondernemings- en vastgoedrecht bij AK?
Yannick, je werkt nu ruim 4 jaar bij AK, hoe ben je hier terechtgekomen?
“Ik ben hier kort na mijn studie aan de Universiteit van Tilburg als juridisch medewerker begonnen. Tijdens mijn studie had ik al stage gelopen op een advocatenkantoor en in het bedrijfsleven. Ik merkte dat ik graag verder wilde in de advocatuur, want ik houd van de juridische puzzel. In AK vond ik het kantoor waar ik naar op zoek was: een kantoor met bevlogen en gespecialiseerde mensen, maar met een informele, collegiale en laagdrempelige sfeer. In eerste instantie werkte ik voor de secties ondernemingsrecht en arbeidsrecht, maar dat werd al vrij snel ondernemingsrecht en vastgoedrecht. Het civielrechtelijke deel van het vastgoedrecht vind ik erg interessant, vooral in combinatie met mijn favoriete specialisme, het ondernemingsrecht. Als ik zaken doe in de vastgoedpraktijk, zit er dus meestal een ondernemingsrechtelijk haakje aan.”
Wat vind je leuk aan de vastgoedpraktijk?
“Het gaat altijd om tastbare zaken, dat vind ik tof. Ik ga ’s avonds vaak fietsen en dan kom ik regelmatig langs de gebouwen waarvoor we bij AK zaken hebben lopen. Dan weet ik letterlijk wat er binnen of rondom dat gebouw speelt, en daarmee komt een zaak tot leven. Dit geldt trouwens niet alleen voor mijn eigen zaken, maar voor andere zaken binnen het specialisme. Ik maak graag lange stadswandelingen, zoals laatst nog in Rotterdam, en dan vind ik het leuk dat ik weet bij welke gebouwen er iets speelt binnen het vastgoedrecht.”
''Als ik zaken doe in de vastgoedpraktijk, zit er meestal een ondernemingsrechtelijk haakje aan.''
Wat doe je naast je werk?
“Ik fiets dus veel. In de winter vooral in de weekends, maar in de zomermaanden ook ’s avonds. In de weekends maak ik meestal een langere rit, regelmatig met vrienden of collega’s. En als ik niet fiets, wandel ik, maar dan wel minstens 10 kilometer per dag. Ik heb in de coronatijd echt gemerkt dat ik dit nodig heb om weer op te laden. Het is goed voor de creativiteit. Mijn vriendin wil ’s avonds niet altijd mee, maar in de weekenden wel. Dan gaan we naar een natuurgebied of een leuke stad in de buurt, zoals Rotterdam, Antwerpen of Gent. Er zijn dichtbij zó veel mooie plekken. Gedurende het jaar houd ik in mijn telefoon bij waar ik in een stad nog naartoe wil. Restaurants, musea of een tof stadsstrand bijvoorbeeld. Dan hebben we altijd een reden om weer een keer terug te gaan.”
Wat drijft je in je werk, wat maakt jou een goede advocaat?
“Ik vind het belangrijk om een zo goed mogelijk beeld te krijgen van de onderneming waar ik voor werk. En van de specifieke situatie die speelt. Daarom ga ik vaak langs bij mijn klanten. Ik merk dat je op die manier veel meer gevoel krijgt bij de zaak. Bovendien kun je er in de rechtszaal vaak je voordeel mee doen, omdat je uit eigen waarneming kunt verklaren hoe iets zit. Daarnaast probeer ik ook zo veel mogelijk rekening te houden met onze klanten en flexibel te zijn. Als ik bijvoorbeeld voor particulieren werk die een conflict hebben over een verbouwing, hebben zij daar vaak al genoeg frustraties over. Dan moeten ze ook nog kosten maken voor een advocaat én vrij nemen voor een bespreking met mij. Die besprekingen plan ik daarom vaak aan de randen van de dag.”
