20 sep 2024 Ondernemingsrecht Erik van Loon
In de juridische wereld zien we vaak dat regels en wetten op creatieve manieren worden gebruikt. Een recent voorbeeld hiervan is een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2024:2360) over een faillissementsverzoek tegen Boxx Opslagverhuur Diemen B.V. Deze zaak laat zien hoe een verzoek tot het aanstellen van een herstructureringsdeskundige kan worden ingezet om een faillissement te voorkomen. Maar wat gebeurt er als dit verzoek niet te goeder trouw wordt ingediend?
Op 24 april 2024 deed de Rechtbank Amsterdam uitspraak in een zaak waarin Boxx Opslagverhuur Diemen B.V. failliet werd verklaard. De verzoeker had een vordering van €10.000 op Boxx en stelde dat het bedrijf niet meer aan zijn betalingsverplichtingen kon voldoen. Naast deze schuld had Boxx ook een openstaande schuld van ruim €78.000 aan de Belastingdienst.
Boxx probeerde het faillissementsverzoek te blokkeren door een verzoek in te dienen voor de aanstelling van een herstructureringsdeskundige. Dit verzoek werd gedaan onder de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA). Volgens Boxx was er een nieuwe investeerder gevonden en zou er een reddingsplan komen om de schulden op te lossen. Ze vroegen de rechtbank om meer tijd om dit plan uit te voeren.
De rechtbank oordeelde echter dat Boxx het verzoek tot aanstelling van een herstructureringsdeskundige niet te goeder trouw had ingediend. Het verzoek was bedoeld om tijd te winnen en het faillissementsverzoek te pareren, wat werd gezien als misbruik van recht. De rechtbank stelde: “De bevoegdheid om een verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige te doen is derhalve uitgeoefend met een ander doel dan waarvoor ze verleend is.”
Uit eerdere uitspraken blijkt dat deze route vaak weinig succesvol is. Veel verzoeken tot aanstelling van een herstructureringsdeskundige worden afgewezen omdat ze niet voldoen aan de materiële vereisten. Dit benadrukt het belang van een serieuze en te goeder trouw ingediende aanvraag.
Deze uitspraak laat zien dat de rechtbank streng optreedt tegen misbruik van recht. Het indienen van een verzoek tot aanstelling van een herstructureringsdeskundige moet serieus en te goeder trouw gebeuren. Anders kan het verzoek worden afgewezen en het faillissementsverzoek alsnog worden behandeld.
De zaak van Boxx Opslagverhuur Diemen B.V. is een duidelijk voorbeeld van hoe creatief gebruik van juridische procedures kan worden afgestraft. Het is belangrijk dat bedrijven en hun advocaten eerlijk en transparant zijn in hun verzoeken aan de rechtbank. Misbruik van recht wordt niet getolereerd en kan leiden tot ongewenste gevolgen, zoals een faillissementsverklaring.
Heb je vragen over dit onderwerp of wil je meer weten over de WHOA en faillissementsprocedures? Neem dan contact op met mij of mijn collega’s van de sectie Ondernemingsrecht.
Binnen het ondernemingsrecht heeft Erik twee duidelijke specialisaties: het faillissementsrecht en het rechtspersonen- & vennootschapsrecht. Het zijn voornamelijk ondernemers die vertrouwen op deze specialistische kennis van Erik.
Meer artikelen van Erik van Loon