Het recht van enquête

18 feb 2019 Nieuwsbrief Yannick Willems

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.
In mijn vorige blog schreef ik over de geschillenregeling: een regeling die uitkomst kan bieden wanneer aandeelhouders met elkaar in de clinch liggen. Het enquêterecht richt zich, anders dan de geschillenregeling, primair op gedragingen van het bestuur en de raad van commissarissen (hierna: ‘RvC’). Tevens kan het beleid van de aandeelhouders onderwerp van onderzoek zijn.

Doeleinden

Het doel van het enquêterecht laat zich het best omschrijven als: openheid van zaken verschaffen en vaststellen wie verantwoordelijk is voor mogelijk wanbeleid. Daarnaast is de procedure gericht op herstel van gezonde verhoudingen binnen de rechtspersoon, doordat maatregelen van organisatorische aard kunnen worden getroffen.

De Ondernemingskamer

De Ondernemingskamer (hierna: ‘OK’) van het gerechtshof in Amsterdam heeft de exclusieve bevoegdheid om zich over een ingediend enquêteverzoek te buigen. De OK kan alleen actie ondernemen als iemand - die op basis van de wet daartoe bevoegd is - een verzoek indient. Zij kan niet zelf een onderzoek instellen. Om te voorkomen dat te snel een verzoek tot enquête wordt ingediend, moet een verzoeker eerst klagen bij het bestuur of bij de RvC over het gevoerde beleid of de gang van zaken. Zij moeten tenslotte de gelegenheid krijgen om de klachten te onderzoeken en eventueel passende maatregelen nemen. Pas wanneer klagen niet tot het gewenste effect heeft geleid, kan een verzoek tot enquête worden ingediend.

Twee fasen

Het recht van enquête laat zich in zekere zin opsplitsen in twee fasen:
  1. eerst wordt het enquêteverzoek zelf behandeld;
  2. in de tweede fase volgt daadwerkelijk het inhoudelijke onderzoek.

(i) het enquêteverzoek

De OK probeert een enquêteverzoek zo snel mogelijk te behandelen. Zij roept daartoe belanghebbenden op, die in de gelegenheid worden gesteld te reageren op het ingediende verzoek. Het enquêteverzoek zal door de OK alleen worden toegewezen, wanneer zij vindt dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid of aan een juiste gang van zaken te twijfelen. Acht de OK het aannemelijk dat er gegronde redenen zijn om aan een juist beleid of juiste gang van zaken te twijfelen? Dan kan zij in dit stadium ook (al) tijdelijke maatregelen treffen als daarom is verzocht. Het duurt namelijk altijd enige tijd voordat vaststaat dat sprake is van wanbeleid. Veel getroffen tijdelijke maatregelen zijn: de schorsing van een bestuurder of de benoeming van een tijdelijke bestuurder. Let wel: deze maatregelen hebben een tijdelijk karakter.

(ii) het inhoudelijke onderzoek

Wordt het enquêteverzoek toegewezen? Dan benoemt de OK een of meerdere onderzoekers. Deze onderzoekers krijgen inzage in alle relevante (financiële) stukken. Daarnaast moeten bestuurders, commissarissen en werknemers hen voorzien van inlichtingen. De onderzoekers leggen hun bevindingen vast in een verslag.

Is er sprake van wanbeleid?

Als de OK op basis van dat verslag concludeert dat de rechtspersoon, bestuurder(s), commissaris(sen) of aandeelhouder(s) in strijd met elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap hebben gehandeld, is er sprake van wanbeleid. Deze kwalificatie heeft tot gevolg dat de OK maatregelen kan treffen, die (in tegenstelling tot de tijdelijke maatregelen) een definitief karakter hebben. De OK doet dat alleen als de verzoeker daarom heeft gevraagd. Bij de maatregelen die de OK in dit stadium kan treffen moet u denken aan: het ontslaan van een bestuurder, het aanstellen van een commissaris of zelfs de ontbinding van de onderneming. Als de OK concludeert dat er sprake is van wanbeleid wordt dit toegerekend aan de rechtspersoon en niet aan het bestuur, de RvC of aandeelhouders. Ook niet als juist zij feitelijk in strijd met elementaire beginselen van verantwoord ondernemerschap hebben gehandeld. Zij zijn dus op basis van deze procedure niet direct aansprakelijk te stellen. De kwalificatie van de OK kan wel doorwerken in een latere aansprakelijkheidsprocedure.

Tot slot

Als door het vermeende wanbeleid de continuïteit of het functioneren van de rechtspersoon wordt bedreigd, kan een belanghebbende door middel van het recht van enquête ingrijpen. Door het treffen van een tijdelijke maatregelen kan op korte termijn een einde worden gemaakt aan die situatie of kan een impasse worden doorbroken. Op de langere termijn kan de OK, bij de kwalificatie wanbeleid, organisatorische maatregelen treffen om herstel van de gezonde verhoudingen binnen de rechtspersoon te bewerkstelligen. Fotocredits: Jacob Lund / Adobe Stock

Over de blogger
Yannick Willems

Yannick is gespecialiseerd in het vastgoed- en ondernemingsrecht. Hij heeft ervaring met het opzetten van samenwerkingen en ondernemingen, maar houdt zich ook bezig met conflicten binnen ondernemingen.

Meer artikelen van Yannick Willems

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.