Staatssteun
Het verbod op staatssteun valt ook onder het Europese
mededingingsrecht. Dit verbod houdt in dat overheden geen directe of indirecte financiële steun mogen verlenen aan een onderneming of een bepaalde groep ondernemingen als hierdoor de concurrentie op de interne markt kan worden verstoord. Iedere maatregel die begunstigend kan werken valt onder het begrip ‘steun’. Als het beter gaat met de onderneming na het ontvangen van de steun, dan is de concurrentiepositie verbeterd, en wordt mededinging vervalst. Er moet overigens wel sprake zijn van de bevoordeling van bepaalde ondernemingen of sectoren. Ook moet er sprake zijn van invloed op het handelsverkeer tussen de lidstaten. Dit wordt echter al snel aangenomen en potentiële invloed is voldoende.
De-minimis steun
De Europese Commissie heeft bepaald dat staatssteun tot een bedrag van 200.000 euro het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloedt en deze mededinging niet vervalsen. Dit is de zogenaamde ‘de-minimis steun’. Steun onder deze drempel mag door de overheid aan één onderneming worden verleend en geldt voor een periode van drie belastingjaren.
Terugvorderen steun
Voorgenomen staatssteun moet door de overheid gemeld worden aan de Europese Commissie. De Europese Commissie beoordeelt als enige staatssteun en kan deze goedkeuren of afwijzen. Wordt de staatssteun niet op tijd gemeld, dan kan aan de rechter in een kort geding gevraagd worden om de steun stop te zetten en deze alsnog te melden bij de Europese Commissie. Niet aangemelde steun of steun die niet wordt gebruikt voor het doel waarvoor deze is goedgekeurd, kan in het uiterste geval leiden tot het terugvorderen van de verleende steun.
Uitzonderingen
Er kunnen uitzonderingen zijn op het verbod op staatssteun. Hieronder vallen onder andere het herstellen van schade door natuurrampen, de investering in een regio waar de levensstandaard abnormaal laag is en het in stand houden van cultureel erfgoed. Naast deze uitzonderingen kan het ook zijn dat een onderneming een overheidstaak of openbare dienst uitoefent en hiervoor financiële compensatie ontvangt van de overheid. De compensatie moet een tegenprestatie vormen voor de geleverde prestatie, de vergoeding moet kostendekkend zijn en het bedrag dat wordt betaald mag niet veel hoger zijn dan andere ondernemingen in de markt hiervoor zouden hebben gerekend.
Staatssteun en woningcorporaties
Per 1 januari 2011 is de regeling voor staatssteun aan woningcorporaties (de Tijdelijke regeling diensten van algemeen economisch belang toegelaten instellingen volkshuisvesting) van kracht, welke op 1 januari 2012 is aangepast. Hierin zijn voorwaarden opgenomen waaronder staatssteun aan woningcorporaties is toegestaan. Zo moet tenminste 90% van de vrijkomende woningen met een huurprijs tot 664,66 euro worden toegewezen aan huurders met een inkomen tot 34.085 euro. De overige woningen, maximaal 10%, kunnen worden toegewezen aan huurders met een hoger inkomen. In sommige gevallen kan uitzondering worden gemaakt op de inkomensgrens. Van woningcorporaties wordt verwacht dat zij voorrang verlenen aan huishoudens die moeilijkheden ondervinden bij het vinden van huisvesting door persoonlijke, sociale of andere omstandigheden. Woningcorporaties kunnen bij de verhuur van maatschappelijk vastgoed enkel huurovereenkomsten aangaan met verenigingen of stichtingen die zijn gericht op het maatschappelijk belang of overheidsinstellingen.
De sectie Vastgoed van AK Advocaten adviseert (semi)overheden en bedrijven, in het bijzonder woningcorporaties, op gebied van mededinging en staatssteun. Onze advocaten hebben veel ervaring met toetsen of een subsidie wel of niet toelaatbaar is op grond van het Europese en Nederlandse mededingingsrecht. Naast adviseren kunnen wij ook voor u onderhandelen of indien het komt tot een rechterlijke procedure uw belangen behartigen in de rechtszaal.
Neem contact op.
Vastgoedrecht