Artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 (WVW) bepaalt dat een verkeersdeelnemer ervoor moet zorgen dat hij geen gevaar of hinder op de weg veroorzaakt of kan veroorzaken. Een zekere mate van hinder in het drukke verkeer is helaas niet te voorkomen. Het moet in de praktijk dan ook gaan om concrete hinder of gevaarzetting, die aan een verdachte verweten kan worden. Lees hier meer over artikel 5 WVW.

Artikel 5 Wegenverkeerswet

Artikel 5 WVW is het ‘kapstokartikel’ waaraan het gedrag van een verkeersdeelnemer wordt getoetst als zich een ongeval voordoet of op andere wijze de verkeersveiligheid in het geding komt. Een verkeersongeval is de duidelijkste indicatie van een overtreding van het verbod om gevaar of hinder te veroorzaken. Het veroorzaken van een verhoogde kans op een ongeluk kan echter al voldoende zijn om artikel 5 WVW te overtreden. Gevaarlijk rijgedrag, zoals slippen op de weg, door rood rijden of tegen het verkeer in rijden, zijn daar voorbeelden van. Voor een overtreding van artikel 5 WVW hoeft er geen sprake te zijn van opzettelijk handelen.

Artikel 5 WVW als niet wordt deelgenomen aan het verkeer

Het wetsartikel is niet alleen van toepassing op de bestuurder van een motorrijtuig of een andere verkeersdeelnemer. Het gaat om gedrag dat invloed heeft op de verkeersveiligheid op de weg. Een klassiek voorbeeld is de boer die nabij een weg hooi verbrandt waarbij de rook het zicht op de weg ernstig beperkt. Volgens de wet maakt de boer zich schuldig aan gevaarzetting omdat zijn gedrag gevaar op de weg veroorzaakt of kan veroorzaken.

Schuldvraag bij gevaarlijk rijgedrag

Het verbod tot het veroorzaken van gevaar of hinder is minder ernstig dan het verbod om zich zodanig te gedragen dat een aan schuld te wijten verkeersongeval plaatsvindt waardoor een ander wordt gedood of zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht. Artikel 5 wordt ook vaak ‘gebruikt’ in zaken waarin ook sprake zou kunnen zijn van het door schuld veroorzaken van een ongeval waarbij een ander overlijdt of zwaar lichamelijk letsel oploopt, artikel 6 WVW. Er worden immers erg zware eisen gesteld aan het bewijs van een overtreding van artikel 6 WVW. Daarom wordt vaak ook de overtreding van artikel 5 WVW aan de verdachte tenlastegelegd. Als een verdachte wordt vrijgesproken van artikel 6 WVW, kan hij vaak nog wel worden veroordeeld voor artikel 5 WVW.

Gevolgen hinder of gevaar op de weg veroorzaken

Vaak leidt een overtreding van artikel 5 WVW tot een geldboete. Soms wordt deze boete gecombineerd met een (voorwaardelijke) ontzegging van de rijbevoegdheid. Goede juridische bijstand is voor een verdachte erg belangrijk. De sectie verkeersstrafrecht van AK Advocaten staat u graag bij in een dergelijke zaak. Neem contact met ons op om te bespreken wat wij voor u kunnen betekenen.