Goed nieuws over de transitievergoeding

10 mrt 2015 Arbeidsrecht Jeroen van Kollenburg

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.
Per 1 juli 2015 vervangt de transitievergoeding de huidige ontbindingsvergoeding en de schadevergoeding bij kennelijk onredelijk ontslag. Het recht op een transitievergoeding bestaat in beginsel na 24 maanden dienstverband en een voor de werknemer onvrijwillig einde daarvan. Er is iets vreemds aan de hand met de wijze waarop op basis van de huidige regeling de duur van het dienstverband moet worden berekend wanneer een werkgever de arbeidsovereenkomst met zijn werknemer op of na 1 juli 2015 wil beëindigen. Voorafgaande arbeidsovereenkomsten tussen dezelfde partijen die elkaar met tussenpozen van ten hoogste 6 maanden hebben opgevolgd tellen mee. Dat is ook zo in het geval van opvolgend werkgeverschap. 6 maanden en dus geen 3 maanden. Ik noem 3 maanden omdat deze termijn onderdeel was van de “oude” ketenregeling. De doorbrekingstermijn in het kader van de ketenregeling wordt per 1 juli 2015 van 3 in langer dan 6 maanden gewijzigd, maar daarvoor geldt wel overgangsrecht. Voor de ketenregeling was al bepaald dat deze wijziging geldt voor arbeidsovereenkomsten aangegaan na 1 juli 2015. Voor de transitievergoeding was er geen overgangsregeling. Dat heeft voor een werkgever die veel met tijdelijke contracten werkt (denk aan sectoren met seizoensgebonden arbeid) onwenselijke gevolgen. Voor de berekening van de duur van het dienstverband in het kader van de transitievergoeding wordt teruggekeken naar de periode voor 1 juli 2015 en tellen op basis van de huidige regeling opvolgende contracten die met niet meer dan 6 maanden zijn onderbroken mee. Werkgevers hebben hierop nooit kunnen anticiperen omdat de onderbrekingsperiode in het kader van de ‘oude’ ketenbepaling steeds 3 maanden was. Overgangsrecht transitievergoeding Er is goed nieuws. Er komt nu ook een overgangsregeling voor de transitievergoeding met betrekking tot tijdelijke contracten. Dit staat in een 2e Nota van wijziging Wetsvoorstel aanpak schijnconstructies in verband met transitievergoeding Wet werk en zekerheid d.d. 24 februari jl. Minister Asscher stelt allereerst voor om arbeidsovereenkomsten die zijn geëindigd voor 1 juli 2012 niet mee te tellen bij het bepalen van het recht op en de hoogte van de transitievergoeding. Dit onder de voorwaarde dat sprake is van een onderbreking van meer dan 3 maanden. Door de overgangsregeling telt alleen nog het arbeidsverleden van tijdelijke krachten vanaf 1 juli 2012 – met een onderbreking van korter dan 6 maanden – mee voor de transitievergoeding. Ten tweede wordt voorgesteld om arbeidsovereenkomsten die voor 1 juli 2015 zijn geëindigd en die elkaar met tussenpozen van meer dan 3 maanden hebben opgevolgd, niet mee te tellen indien binnen maximaal 6 maanden na het einde van de laatste arbeidsovereenkomst een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ingegaan. Let er op dat er op grond van de cao sprake kan zijn van kortere termijnen. Andere maatregel Een andere maatregel die de minister van SZW heeft voorgesteld, is om een regeling te treffen op grond waarvan de transitievergoeding pas later verschuldigd is. Dat is mogelijk wanneer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet aansluitend wordt voortgezet, maar wel binnen 6 maanden en de nieuwe arbeidsovereenkomst is aangegaan voor het einde van de aflopende arbeidsovereenkomst.

Over de blogger
Jeroen van Kollenburg

Jeroen geeft als salary-partner leiding aan de sectie arbeidsrecht. Hij adviseert onder meer over complexe ontslagkwesties, (internationale) reorganisaties, medezeggenschap en overtreding van arbeidsomstandighedenwetgeving.

Meer artikelen van Jeroen van Kollenburg

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.