Samenwonen met gehuwde man en toch nog partneralimentatie ontvangen?

02 mei 2014 Familierecht AK Advocaten

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.
Laatst las ik een uitspraak van de Hoge Raad waar alle redelijkheid ver te zoeken is. Wat was het geval? Een man en een vrouw waren sinds 1992 met elkaar gehuwd. Eind 2009 was hun huwelijksbootje gezonken. In hun echtscheidingsconvenant hadden zij opgenomen dat de man aan de vrouw een maandelijkse partneralimentatie van € 1.545,-- zou voldoen. De vrouw onderhield sinds januari 2010 een relatie met een andere man. Sinds 1 mei 2010 is zij met haar nieuwe partner gaan samenwonen in zijn woning. Die partner was zelf nog getrouwd. Verder is vast komen te staan dat de partner zijn huwelijk bewust in stand liet. Artikel 1:160 BW bepaalt dat een onderhoudsverplichting jegens een ex-echtgeno(o)t(e) eindigt op het moment dat die ex-echtgeno(o)t(e) met een ander in het huwelijk treedt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen, in die zin dat de samenleving vergelijkbaar is met een huwelijk of geregistreerd partnerschap.

Beëindiging verplichting partneralimentatie?

Gelet op deze wettelijke regeling vroeg de man de rechtbank om vast te stellen dat zijn alimentatieverplichting jegens zijn ex-vrouw was geëindigd. De rechtbank wees dit af, maar het gerechtshof wees het verzoek van de man wel toe. Het hof overwoog daarbij dat de samenleving van de vrouw binnen de werkingssfeer van artikel 1:160 BW valt, dat het daarbij niet uitmaakt dat de man waarmee de vrouw samenwoonde nog was gehuwd, en dat tevens de lotsverbondenheid tussen de ex-echtgenoten (waarop de onderhoudsverplichting is gebaseerd) is komen te vervallen, omdat de vrouw ervoor heeft gekozen om met een derde te gaan samenleven en sindsdien haar hele leven daarop heeft ingericht. De vrouw stelde daarop cassatieberoep in. De Hoge Raad moest zich dus nog eens buigen over de vraag of de man nu wel of geen partneralimentatie aan zijn ex-echtgenote moest betalen. De Hoge Raad verwees naar een eerdere uitspraak uit 2001 waarin werd overwogen dat in de situatie dat een alimentatiegerechtigde met een gehuwde derde is gaan samenwonen, artikel 1:160 BW restrictief moet worden uitgelegd. Dit omdat toepassing van deze wettelijke bepaling tot gevolg heeft dat de alimentatiegerechtigde definitief haar aanspraak op levensonderhoud jegens haar ex-echtgenoot verliest, maar geen wettelijke aanspraak op levensonderhoud verkrijgt jegens diegene met wie zij is gaan samenwonen (omdat die partner nog is gehuwd).

Van twee walletjes eten?

In deze zaak was vervolgens de vraag aan de orde of dit ook gold in het geval het huwelijk van de nieuwe partner bewust in stand werd gelaten met de bedoeling om de alimentatieverplichting van de ex-echtgenoot jegens de vrouw te laten voortduren. De Hoge Raad oordeelt – kort gezegd – dat deze handelwijze van de vrouw en met name van haar partner het oordeel niet anders maakt. Kortom, de alimentatieverplichting van de ex-echtgenoot jegens de vrouw blijft in stand. Wel voegt de Hoge Raad hieraan toe dat rekening kan worden gehouden met het feit dat de vrouw door haar samenwoning mogelijk minder of zelfs geen behoefte kan hebben aan partneralimentatie. De zaak is terugverwezen naar het gerechtshof; deze zal over dit laatste nog moeten beslissen.

Over de blogger
AK Advocaten

AK Advocaten is één van de grotere advocatenkantoren in West-Brabant. Een sterk kantoor wordt gedragen door een team van sterke individuen.

Meer artikelen van AK Advocaten

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.