Het regeerakkoord geeft ook voor het arbeidsrecht een kijkje in de keuken van de plannen die het nieuwe kabinet heeft. Wat zijn nu in mijn ogen de acht belangrijkste voornemens? Zo ziet de toekomst van het arbeidsrecht onder het nieuwe kabinet er uit!
1. Aanpassing van de ketenregeling
Het is de bedoeling dat de periode waarna opeenvolgende tijdelijke contracten overgaan in een contract voor onbepaalde tijd, wordt verlengd van twee naar drie jaar. In feite dus een stap terug in de tijd.
2. Langere proeftijd
Wanneer een werknemer direct een contract voor onbepaalde tijd krijgt aangeboden is het de bedoeling een proeftijd mogelijk te maken van maximaal vijf maanden. Bij tijdelijke contracten van meer dan twee jaar is het de bedoeling de proeftijd te verruimen naar maximaal drie maanden. Meer flexibiliteit dus voor de werkgever die wordt beschermd in het geval bijvoorbeeld sprake is van een mis-match. De werkgever kan eenvoudig van de werknemer af zonder dat dossieropbouw of andere bewijsmiddelen noodzakelijk zijn.
3. Recht op transitievergoeding
Het recht op transitievergoeding moet al gaan ontstaan bij aanvang van het dienstverband. Op dit moment ontstaat het recht op transitievergoeding pas na een dienstverband van twee jaar.
4. Omvang transitievergoeding
De hoogte van de transitievergoeding wordt gewijzigd in die zin dat de transitievergoeding niet langer per periode van zes maanden wordt berekend, maar per periode van één jaar. Voor elk jaar dienstverband gaat de transitievergoeding 1/3e maandsalaris bedragen, ook voor gevallen waarin van een contractduur van meer dan tien jaren sprake is. De 50+ regeling blijft vooralsnog gehandhaafd. Daarnaast wordt de mogelijkheid verruimd om scholingskosten in mindering te brengen op de transitievergoeding.
5. Transitievergoeding na langdurige arbeidsongeschiktheid
Het wetsvoorstel om werkgevers te compenseren voor de transitie-vergoeding na ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid wordt doorgezet. Werknemers behouden het recht op de vergoeding, maar werkgevers ontvangen een compensatie via het Algemeen Werkloosheidsfonds.
6. Loondoorbetaling bij ziekte
De loondoorbetaling bij ziekte wordt voor MKB-ondernemingen tot 25 werknemers teruggebracht van twee naar één jaar. Tegenover deze plus staat ook een min, in die zin dat de kosten collectief via een premie ten laste van de kleine werkgevers worden gebracht.
7. Uitbreiding van het kraamverlof voor partners
In plaats van twee dagen verlof verkrijgt een partner na de bevalling vijf dagen verlof waarbij werkgevers het volledige loon verschuldigd zijn. Daarnaast is het de bedoeling een aanvullend kraamverlof op te nemen in de wet van vijf weken, dat moet worden opgenomen in het eerste half jaar na de geboorte. Tijdens deze verlofperiode heeft de werkgever geen loondoorbetalingsverplichting. Het is de bedoeling dat de werknemer een uitkering van het UWV ontvangt op basis van 70% van het dagloon (tot maximaal 70% van het maximum dagloon).
8. Ontslagrecht minder star
Het ontslagrecht wordt minder star. Het moet weer mogelijk worden om tot ontbinding van een arbeidsovereenkomst over te gaan op basis van een opeenstapeling van omstandigheden die vallen onder verschillende ontslaggronden. In een dergelijk geval kan de rechter wel een hogere vergoeding ten gunste van de werknemer opleggen.
De toekomst van het arbeidsrecht
De aangekondigde maatregelen zijn natuurlijk slechts plannen en moeten voor een groot deel nog geconcretiseerd worden. Volledige duidelijkheid ontstaat pas wanneer nieuwe wetten in werking treden. Gelet op de gemiddelde snelheid waarmee dergelijke processen in Den Haag worden doorlopen, of beter gezegd het gebrek daaraan, kan dit nog langere tijd duren.
Het is duidelijk dat de politiek worstelt met de arbeidsmarkt en het arbeidsrecht. De WWZ wordt op punten teruggedraaid en het is maar zeer de vraag of dit de laatste wijzigingen zijn die wij kunnen verwachten. Een ding is zeker: het arbeidsrecht blijft in beweging.
Fotocredits: Jacob Lund / Fotolia