Het zag er naar uit dat de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) per 1 januari 2016 de huidige Verklaring arbeidsrelatie (VAR) zou vervangen. De behandeling van het wetsvoorstel is echter voorlopig aangehouden. De streefdatum voor inwerkingtreding is 1 april 2016. Het komt voor dat zzp’ers wel een VAR hebben, maar eigenlijk in dienst zijn. Het kabinet wil met de nieuwe wet schijnsituaties aanpakken.
Wat gaat er veranderen?
Op dit moment is het nog zo dat als de Belastingdienst een schijndienstverband ontdekt, de zzp’er de naheffing moet betalen. De opdrachtgever gaat als gevolg van de vrijwarende werking van een VAR(wuo) en/of de inhoud van de overeenkomst van opdracht vaak vrijuit. Straks kan ook de opdrachtgever verantwoordelijk worden gehouden.
De VAR-verklaring verdwijnt en in plaats daarvan wordt er gewerkt met voorbeeldovereenkomsten of eigen opdrachtovereenkomsten die ter beoordeling aan de Belastingdienst kunnen worden voorgelegd.
Eigen overeenkomst
Op basis van de Wet DBA kunnen opdrachtgever en opdrachtnemer een eigen overeenkomst van opdracht voorleggen aan de Belastingdienst. Na goedkeuring kan de overeenkomst van opdracht worden gebruikt. Het is dan op voorhand duidelijk hoe de Belastingdienst de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer ziet.
De Belastingdienst gaat daarnaast modelovereenkomsten op de website publiceren. Er zijn al diverse voorbeeldovereenkomsten gepubliceerd. Wordt er gewerkt met zo’n voorbeeldovereenkomst, dan hoeft u als opdrachtgever geen loonheffingen in te houden en te betalen. De opdrachtnemer is dan dus niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen.
Let op!
Het oordeel van de Belastingdienst biedt geen zekerheid over de fiscale kwalificatie van de inkomsten van de opdrachtnemer voor de heffing van inkomstenbelasting. Werken volgens een voorbeeldovereenkomst zegt dus alleen iets over de loonheffingen en niets over het ondernemerschap van de opdrachtnemer.
Bij een positief oordeel - er zijn geen loonheffingen verschuldigd – stelt de Belastingdienst de voorwaarde dat de feitelijke uitvoering van de overeenkomst niet verschilt ten opzichte van wat formeel is overeengekomen. Zorg er dus voor dat de praktijk aansluit bij wat er in de overeenkomst van opdracht is opgenomen.
Overgangsperiode
In de tussentijd is er een overgangsregeling.
- VAR voor 2014 en 2015 langer geldig: Blijft u hetzelfde werk doen onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden? Dan mag u uw VAR voor 2014 of 2015 blijven gebruiken.
- Een nieuwe VAR is nodig als u in 2015 of 2016 gaat werken onder andere omstandigheden of voorwaarden, u andere werkzaamheden gaat uitvoeren dan uw huidige werkzaamheden of u nog geen VAR heeft. Deze VAR is geldig tot de nieuwe wet- en regelgeving in 2016 ingaat.
- De staatssecretaris heeft voorgesteld om een implementatietermijn tot 1 januari 2017 te hanteren. Dat houdt in dat opdrachtgevers en opdrachtnemers tot deze datum de tijd hebben om zo nodig hun werkwijze aan te passen. Dit wil overigens niet zeggen dat de Belastingdienst geen toezicht houdt. Een verdere uitwerking van de overgangsfase volgt nog.
Advies nodig?
Voor vragen over dit onderwerp of uw overeenkomst van opdracht kunt u contact opnemen met Elzemieke Schouten of een van de andere advocaten van de sectie arbeidsrecht.