Sinds 1 april 2017 zijn nieuwe regels omtrent het verkopen van corporatiewoningen van kracht. Minister Plasterk heeft het ‘Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015’ gewijzigd. Hierdoor wordt het voor corporaties makkelijker om hun woningen te verkopen. In dit blog zet ik de belangrijkste wijzigingen uit dit besluit op een rij.
Het belang van de verkoop van corporatiewoningen
Een grote groep Nederlanders verdient te veel voor een sociale huurwoning, maar door de strenge hypotheekregels kunnen ze ook geen woning kopen. Hierdoor is er een (te) grote vraag naar woningen in het middensegment. Deze vraag zou kunnen worden beantwoord wanneer duurdere corporatiewoningen geliberaliseerd worden. Wanneer deze woningen worden geprivatiseerd, is het middensegment in één keer een stuk groter.
Wijziging verkoopregels voor vervreemding
De belangrijkste wijziging omtrent de verkoopregels voor vervreemding heeft betrekking op de verplichte zienswijze. Vanaf nu is alleen bij gereguleerde woningen de zienswijze van de gemeente nog verplicht. De minister rekent erop dat de gemeente, de huurdersorganisatie en toegelaten instellingen samen bepalen wat de inzet op lokaal niveau is. Dit gebeurt aan de hand van de Woningwet en prestatieafspraken. In onderstaand stroomschema worden de nieuwe regels weergeven.
De winstdelingsplicht is vervallen
Uit onderzoek naar de oude verkoopregels bleek dat beleggers weinig interesse hadden in gereguleerde woningen. Dit kwam door de verplichte winstdeling van 50% met de corporatie bij verkoop binnen 30 jaar. Ook voor de corporaties was dit niet ideaal, wegens hoge administratieve lasten. De winstdelingsplicht is daarom per 1 april dit jaar komen te vervallen. De minister heeft hier wel twee eisen tegenovergesteld:
- Vervreemding van gereguleerde woningen moet tegen de marktwaarde van de woongelegenheden plaatsvinden en
- Voor alle woningen die blijvend gereguleerd worden, geldt een exploitatieplicht van zeven jaar.
De begripsbepaling van ‘leegwaarde’ is nu komen te vervallen. Er wordt nu van de ‘marktwaarde’ uitgegaan, zodat er geen korting meer kan worden verstrekt op de aankoopprijs. Zodoende vervalt volgens de minister tevens de grondslag voor de winstdeling.
Toepassing van het overgangsrecht
Uiteraard geldt voor lopende verzoeken het overgangsrecht. Op verzoeken om goedkeuring van voor 1 april 2017 gelden dus nog de oude verkoopregels. Voor een uitgebreid overzicht van alle wijzigingen die per april in werking zijn getreden, klikt u
hier.
Fotocredits: Fotolia / HildaWeges