Vertraging in de bouw door coronavirus

20 mrt 2020 Vastgoedrecht Judith Vermeeren

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.

Het coronavirus dringt in een hoog tempo door in diverse aspecten van onze samenleving. Ook de bouwsector heeft te maken met overheidsmaatregelen, hetgeen kan leiden tot een vertragingsboete. Hier leest u meer over de corona-omstandigheden in de bouw.

Corona en vertraging

In de aannemingsovereenkomst bepalen partijen wanneer de aannemer het te realiseren werk oplevert. Vaak wordt een vaste bouwtijd of een aantal werkbare dagen bepaald. De oplevering is het moment dat de aannemer het werk voltooid acht. Er zijn diverse oorzaken denkbaar die de bouw kunnen vertragen. Het hardnekkige coronavirus is een voorbeeld, waardoor een bouwplaats niet meer bereikbaar is, personeel onvoldoende beschikbaar is of bouwmaterialen niet (tijdig) leverbaar zijn.

Verlenging bouwtijd, acteer tijdig

In de bouw wordt veel gewerkt met paritaire voorwaarden zoals de UAV 2012 en de UAV-GC 2005. Die voorwaarden bieden de opdrachtgever en de aannemer mogelijkheden om zo nodig de bouwtijd te verlengen. Hieronder worden de corona-omstandigheden in het licht van de UAV 2012 en UAV-GC 2005 nader toegelicht.

UAV 2012

Wanneer vertraging in de bouw ontstaat, kan de opdrachtgever op grond van § 8 lid 4 UAV 2012 bouwtijdverlenging verlenen, uit eigen beweging dan wel op verzoek van de aannemer.

Indien de opdrachtgever het werk stillegt, op eigen initiatief of op instructie van de overheid, wordt de aannemer geadviseerd direct een verzoek tot termijnverlenging in te dienen en aanspraak te maken op vergoeding van (vertragings)schade zoals onder meer tijdgebonden kosten.

Als de opdrachtgever het werk niet heeft geschorst en er ook geen instructies zijn vanuit de overheid op basis waarvan de werkzaamheden gestaakt moeten worden, maar de (onder)aannemer zelf ervoor kiest om de werkzaamheden niet voort te zetten, dan dient door de aannemer duidelijk toegelicht te worden waarom de aannemer zijn verplichtingen niet kan nakomen en waarom dit beschouwd dient te worden als overmacht.

Indien door overmacht niet van de aannemer kan worden gevergd dat het werk tijdig wordt opgeleverd heeft de aannemer op basis van § 8 lid 5 UAV 2012 namelijk zelfs recht op termijnverlenging.

UAV-GC 2005

De UAV-GC 2005 kent met § 44 lid 1 sub c een soortgelijke bepaling, niet voor gevallen van overmacht, maar voor onvoorziene omstandigheden. Die bepaling ziet niet alleen op de mogelijkheid van bouwtijdverlenging maar ook de kostenverhogende omstandigheden. Op grond van de UAV-GC 2005 is evenwel erkenning van de opdrachtgever vereist.

In het algemeen geldt dat een verzoek om bouwtijdverlenging tijdig en schriftelijk moet worden gedaan. In de huidige omstandigheden is het van belang opdrachtgevers schriftelijk te waarschuwen dat sprake is van (mogelijke) vertragingen of verstoringen als gevolg van het coronavirus. Benoem de (mogelijke) gevolgen daarbij zo concreet mogelijk en vergeet niet om ook de stand van het werk en de feitelijke gebeurtenissen die van invloed zijn op de voortgang van het werk schriftelijk vast te leggen en regelmatig met de opdrachtgever te delen.

Sprake van overmacht of onvoorziene omstandigheden?

Of de huidige coronacrisis een beroep op overmacht, dan wel onvoorziene omstandigheden (en dus op voormelde bepalingen in de UAV 2012 en UAC-GC 2005) rechtvaardigt dient per geval te worden beoordeeld. Belangrijk hiervoor zijn de concrete afspraken tussen partijen, de inhoud van de overeenkomst en daarop van toepassing verklaarde algemene voorwaarden.

In het kort komt het erop neer dat een beroep op overmacht afhankelijk is van de vraag hoe ernstig een bouwproject wordt getroffen door overheidsmaatregelen of in hoeverre de epidemie op het moment van sluiten van de overeenkomst als voorzienbaar kon worden aangemerkt. Verder is van belang na te gaan of er aan alternatieve oplossing mogelijk was; had het werk bijvoorbeeld op een andere manier kunnen uitgevoerd worden?

Gevolgen van een geslaagd beroep op overmacht

Een geslaagd beroep op overmacht leidt tot tijdelijke schorsing van verplichtingen van beide partijen. De partij die zich (met succes) op overmacht beroept wordt niet schadeplichtig. Zodra de belemmering zich niet meer voordoet, herleven de verplichtingen weer.

Belangrijk om te vermelden is dat een beroep op overmacht van een ketenpartner (bijvoorbeeld onderaannemer) niet automatisch ook een geslaagde overmacht-situatie oplevert voor de hoofdaannemer. Van overmacht is pas sprake indien er geen redelijk alternatief voorhanden is waardoor de prestatie alsnog kan worden verricht. Als een onderaannemer bijvoorbeeld de werkzaamheden niet kan uitvoeren zal de hoofdaannemer zich dus tot het uiterste moeten inspannen om een andere partij te vinden. Ligt de bouwplaats in een door de overheid aangeduid quarantainegebied of zijn er plotse belemmeringen in de infrastructuur of tekorten in de transport vanwege overheidsmaatregelen? Dan is overmacht van zowel de hoofd- als onderaannemer mogelijk wel aan de orde.

Voor de vraag of een aannemer zich kan beroepen op overmacht dient de situatie per iedere afzonderlijke overeenkomst te worden beoordeeld. Feit blijft: aannemer en opdrachtgever zijn verplicht om de schade zoveel mogelijk te beperken.

Geen overmacht of onvoorziene omstandigheid, wat nu?

Bij een te late oplevering die niet onder de noemer overmacht of onvoorziene omstandigheid kan worden gebracht, verbeurt de aannemer in de regel een vertragingsboete. De omvang van de boete per dag is contractueel vastgelegd. In de praktijk komen hoge bedragen voor. Het feit dat een beroep op overmacht of onvoorziene omstandigheden niet mogelijk is, sluit een matiging van de boete op grond van de redelijkheid en billijkheid echter nog niet uit.

Nog te sluiten aannemingsovereenkomsten

Staat u op het punt een aannemingsovereenkomst te sluiten? Houd u er dan rekening mee dat een beroep op overmacht of onvoorziene omstandigheden te zijner tijd zeker niet snel zal worden gehonoreerd. De pandemie is immers reeds een feit. Maak daarom duidelijk afspraken over hoe met elkaar om te gaan, maak een duidelijk voorbehoud voor de gevolgen en het langer voortduren van de pandemie.

Datzelfde geldt voor aanbestedingen waarbij inschrijvingen nog moeten plaatsvinden. Stel in de inlichtingenfase bijvoorbeeld de vraag of de aanbestedende dienst kan bevestigen dat inschrijvers bij hun aanbieding geen rekening hoeven te houden met de invloed en gevolgen van het coronavirus en dat eventuele gevolgen daarvan zullen worden verrekend.

Advies nodig over het coronavirus?

Wilt u graag meer over dit onderwerp weten of heeft u vragen over uw eigen situatie? Wenst u een kritische blik over uw aannemingsovereenkomst of wilt u advies over de oplevering? Neem dan gerust contact op, we helpen u graag verder!

Over de blogger
Judith Vermeeren

Judith maakt sinds 2007 deel uit van de sectie Vastgoed- en omgevingsrecht van AK Advocaten. Judith heeft zich gespecialiseerd in het huurrecht, appartementsrecht, bouwrecht en aanbestedingsrecht.

Meer artikelen van Judith Vermeeren
Judith Vermeeren

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.