12 nov 2019 Arbeidsrecht Jeroen van Kollenburg
De Hoge Raad heeft 8 november 2019 een belangrijk arrest gewezen over slapende dienstverbanden. Er bestond veel onduidelijkheid over de vraag of een werkgever verplicht is om mee te werken aan de beëindiging van een slapend dienstverband en daarmee aan betaling van een transitievergoeding.
Wanneer is voldaan aan de wettelijke vereisten om afscheid te kunnen nemen van een werknemer in verband met langdurige arbeidsongeschiktheid, dan geldt volgens de Hoge Raad als uitgangspunt dat een werkgever op grond van goed werkgeverschap verplicht is om in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden. Dit onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding.
Anders dan wellicht te verwachten zou zijn, geeft de Hoge Raad aan dat de transitievergoeding berekend kan worden tot op de dag ná die waarop de werkgever wegens arbeidsongeschiktheid van de werknemer de arbeidsovereenkomst zou kunnen beëindigen. In de praktijk één dag na het verstrijken van de loondoorbetalingsperiode van 104 weken.
Iedere hoofdregel kent een uitzondering. De werkgever hoeft geen medewerking te verlenen er een gerechtvaardigd belang is bij instandhouding van de arbeidsovereenkomst. In dat geval is dus ook geen transitievergoeding verschuldigd. Een dergelijk belang kan bijvoorbeeld gelegen zijn in het bestaan van re-integratiemogelijkheden van de werknemer.
Het argument dat een werknemer bijna de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, gaat niet op. Dit is geen valide reden medewerking om ontslag te weigeren.
Komt een werkgever in financiële problemen door de verplichting tot het betalen van een transitievergoeding, dan kan de rechter beslissen dat deze betaling in termijnen plaatsvindt.
Ik verwacht dat werknemers met een slapend dienstverband de komende weken massaal aankloppen bij hun werkgever en verzoeken om op de door de Hoge Raad aangegeven wijze medewerking te verlenen aan beëindiging van het dienstverband. Dit onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding, begroot op de dag na het einde van de 104-wekenperiode. Werkgevers kunnen haast niet anders dan instemmen met dit verzoek. Doen zij dit niet, dan lopen zij een groot risico een door de werknemer op te starten procedure te verliezen.
Advies nodig? Neem gerust contact met ons op!
Jeroen geeft als salary-partner leiding aan de sectie arbeidsrecht. Hij adviseert onder meer over complexe ontslagkwesties, (internationale) reorganisaties, medezeggenschap en overtreding van arbeidsomstandighedenwetgeving.
Meer artikelen van Jeroen van Kollenburg