Het kabinet heeft zich in haar zoektocht naar mogelijke bezuinigingen voorgenomen de stamrechtvrijstelling voor nieuwe stamrechten vanaf 1 januari 2014 af te schaffen. Dit voornemen is vastgelegd in het wetsvoorstel
belastingplan 2014.
De stamrechtconstructie is in veel gevallen een belangrijk onderdeel van een ontslagregeling. De werknemer ontvangt na beëindiging van zijn dienstverband een ontslagvergoeding. Onder de huidige regelgeving kan de (oud)werknemer deze vergoeding via de stamrechtconstructie fiscaal voordelig omzetten in een aanspraak op periodieke – meestal maandelijkse – uitkeringen in de toekomst. De werknemer betaalt pas belasting bij uitkering.
Uitgaande van het wetsvoorstel worden de ontslagvergoedingen vanaf 1 januari 2014 geheel als loon belast in box I, wat met zich mee brengt dat over de ontslagvergoeding maximaal 52% inkomstenbelasting zal zijn verschuldigd. Alle stamrechten die vóór 1 januari 2014 zijn toegekend, blijven op grond van het wetsvoorstel nog onder de huidige regeling vallen. Het voorstel kan voor de werknemer fiscaal grote gevolgen hebben en een werknemer zou er dus belang bij kunnen hebben dat zijn dienstverband nog vóór 1 januari 2014 eindigt om zijn aanspraak op een stamrecht te kunnen realiseren.
Duidelijkheid over stamrechtvrijstelling hard nodig
Terwijl de pepernoten al in de winkels liggen en tuincentra hun kerstafdeling inrichten, is nog altijd niet duidelijk of de afschaffing van de stamrechtvrijstelling daadwerkelijk doorgaat en welke overgangsregels gaan gelden. Het jaar 2014 nadert snel. In ontslagzaken moet vooruit worden gedacht. Doordat een (al dan niet fictieve) opzegtermijn geldt worden nu al veelvuldig afspraken gemaakt over beëindiging van een dienstverband na 1 januari 2014. Het kabinet toont zich in mijn ogen een onbetrouwbare partner door niet tijdig te zorgen voor duidelijkheid over de regels die dan gelden.
De overheid is aan zet om snel duidelijkheid te geven. Het kabinet doet er verstandig aan de voorgenomen datum van inwerkingtreding minimaal op te schuiven naar een latere datum.