Gemeenten die weigeren om regels te
handhaven kunnen een bron van frustratie zijn voor omwonenden en andere belanghebbenden. Uit de rechtspraak blijkt echter dat bestuursrechters niet door kunnen pakken. Ligt er een oplossing in het civiele recht?
Een transportbedrijf heeft teveel transportbewegingen in de avond en nacht, maar het college weigert na een verzoek van omwonenden om hiervoor een dwangsom op te leggen. Dit was het geval in ABRvS 17 april 2013, zaaknr. 201204332/1/A4. Vaste jurisprudentie is dat een bestuursorgaan in geval van overtreding van bijvoorbeeld vergunningsvoorschriften tot handhaven verplicht is, behoudens bijzondere omstandigheden zoals concreet zicht op legalisering. De zogenaamde beginselplicht tot handhaving.
Zelf in de zaak voorzien
In deze zaak was er volgens de voorzieningenrechter geen sprake van concreet zicht op legalisering, zodat de voorzieningenrechter van de rechtbank zelf in de zaak voorzag door oplegging van een last onder dwangsom. In hoger beroep overweegt de Raad van State dat het college inderdaad in de regel handhavend moet optreden.
Op stoel van het bestuursorgaan
Dat neemt niet weg dat het bestuursorgaan dient af te wegen of opgetreden moet worden met toepassing van bestuursdwang of door het opleggen van een last onder dwangsom, hoe de last exact moet worden omschreven, de lengte van de begunstigingstermijn, de hoogte van de dwangsom, het bedrag dat maximaal kan worden verbeurd, enzovoorts. De Raad van State oordeelde vervolgens dat de bestuursrechter ten onrechte op de stoel van het bestuursorgaan was gaan zitten en vernietigde de rechterlijke uitspraak.
Terug bij af
Een gang van zaken die frustrerend is voor de belanghebbende die handhaving wil afdwingen. Het college weigert te handhaven, vervolgens krijgt men tot twee maal toe ‘gelijk’ in beroep en hoger beroep, maar uiteindelijk is men weer terug bij af, omdat het college uiteindelijk de last onder dwangsom op moet leggen en de rechter niet ‘op de stoel van het bestuursorgaan’ mag gaan zitten.
Via civiel recht toch zelf 'handhaven'
In dit soort gevallen, waarin een bestuursorgaan weigerachtig is om handhavend op te treden, kan de gang naar de burgerlijke rechter een uitkomst bieden. Handelen in strijd met vergunningsvoorschriften is volgens de rechtspraak in beginsel onrechtmatig jegens omwonenden (HR 9 januari 1981 (Houthandel Van Dam/Beukeboom c.s.)).
Middels een kort geding kan een verbod worden gevraagd met daaraan gekoppeld een dwangsom. Een civiel kort geding kost weliswaar over het algemeen meer geld op korte termijn, maar kan op de lange termijn minder tijd en geld kosten dan een langslepende procedure tot en met de Raad van State waarbij men alsnog met lege handen staat.
Civiel als alternatief
Iedere zaak kent uiteraard een afzonderlijk afwegingskader waarbij soms de bestuursrechtelijke weg en in andere gevallen de privaatrechtelijke weg de beste zal zijn. Het is in ieder geval goed om te beseffen dat de privaatrechtelijke een sneller en effectiever alternatief kan zijn.
Vragen m.b.t. oplossen van de problematiek/ overlast trapveldje.
Datum: 20140210.
Ik heb in het kort op 12 bladzijden de situatie proberen te schetsen, zie bijlage 12 bladzijden.
De onduldbare overlast is ernstig geworden in 2010 en duurt nu al ruim 3 jaar.
De gemeente is niet snel in vervolg stappen en het lijkt erop dat er weer een seizoen gaat komen van veel overlast en weinig of geen rust en ernstige aantasting van het woongenot.
Advies en vragen:
1. Welke procedure moet ingang gezet worden om de overlast te doen beëindigen?
a. Welke producties moeten aangeleverd gaan worden?
b. Haast maar wel goed werk is belangrijk hoe is de planning?
c. Het gezin lijdt onder deze stress en het lijkt erop dat de gemeente niet echt voornemens is om de overlast te doen beëindigen omdat de maatregelen die tot heden aangedragen zijn haaks staan op wat de geluidsdeskundigen aangeven: Op grotere afstand deze faciliteit inrichten.
2. Er zijn 3 mede buurtgenoten die in de procedure mee willen gaan. Overleg hierover zal medio maart plaatsvinden omdat een van de buurtbewoners tot medio maart in Brazilië verblijft die aangegeven heeft wel aan te sluiten. Deze persoon heeft een rechtsbijstandverzekering bij de VVAA, d.i. Ver. Van Artsen-Automobilisten.
a. Hoe moeten zij of handelen?
b. Separaat of aansluiten en hoe worden de kosten dan berekend?
3. Wat is het traject dat gevolg gaat worden en hoe snel is er resultaat te verwachten.
a. Wat zijn de kansen dat het niet gaat slagen.
b. Zal deze eerste procedure een vervolg kunnen krijgen en hoe zal er die dan uitgaan zien?
c. Wat is / zijn dan de vervolg stappen?
d. Is er een “no cure no pay” formule mogelijk.
4. Wat zijn de kosten van de procedure naar verwachting en is een schadeclaim m.b.t. deze kosten op veroorzaker te verhalen.
Piet Gulickx,
Beste Piet Gulickx,
Ik ben de beheerder van deze website en heb uw reactie doorgezet naar de desbetreffende advocaat met het verzoek contact op te nemen.
Met vriendelijke groet,
Hester ten Cate.