Leegstandwet en de (on)mogelijkheid van tijdelijk bewonen van bedrijfspanden

04 sep 2013 Vastgoedrecht Dimitri Kochx

N.b. Dit artikel is meer dan een jaar geleden voor het laatst gewijzigd. De informatie kan verouderd zijn.

Met de wijziging van de Leegstandwet per 1 juli 2013 zijn er tal van wijzigingen doorgevoerd die een verruiming van tijdelijke verhuur van leegstaande panden biedt. Dat aanpassing de Leegstandwet reeds nu tijdelijke bewoning van bedrijfspanden beter mogelijk zou maken, is echter onjuist.

Dit weekend was ik druk doende met de voorbereidingen voor de jaarlijkse huurrechtlezing Bedrijf Onroerend Goed makelaars op 12 september 2013. De wijziging van Leegstandwet per 1 juli 2013 staat daar vanzelfsprekend op de agenda. Een wetswijziging die zonder meer een verruiming geeft voor wat tijdelijke verhuur van leegstaande panden. Bij leegstaande woningen die voor verkoop bedoeld zijn, kunnen verhuurder en de tijdelijke huurder zelf de huurprijs vaststellen. Ook in het geval dat een woning qua puntenaantal onder de liberalisatiegrens zou vallen. Daarmee is voortaan de markt bepalend voor de huurprijs en mag de gemeente zich daar niet meer inmengen. De termijn waarvoor woningen die gesloopt of gerenoveerd dienen te worden tijdelijk verhuurd kunnen worden is verder verlengd van 5 naar 7 jaar. Dit om zo beter aan te sluiten bij de trager verlopende herontwikkelingsprojecten in de huidige tijd.

Tijdelijke vergunning

De wetgever wil met de wijziging verder het tijdelijk bewonen van bedrijfspanden vergemakkelijken. Het belangrijkste element daarbij is de verlenging van de maximale duur van 5 naar 10 jaar. Er wordt echter voorbij gegaan aan het feit dat het bewonen van bedrijfspanden veelal in strijd zal zijn met het bestemmingsplan. Een gemeente zal hier veelal slechts medewerking aan willen verlenen in de vorm van een tijdelijke omgeving vergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Vanwege het tijdelijke karakter zullen er minder beletselen zijn vanuit ruimtelijke ordeningsperspectief, dit in tegenstelling tot een wijziging van het bestemmingsplan of een omgevingsvergunning voor een definitieve gebruikswijziging.

Wetswijziging vereist

Weliswaar is het wetsvoorstel om een langere duur van de tijdelijke omgevingsvergunning mogelijk te maken aangenomen en gepubliceerd (Stb. 2013/144, art. 2.2.1 onderdeel G), maar dit onderdeel treedt alleen nog niet in werking omdat er een wijziging van het Bor (Besluit omgevingsrecht) noodzakelijk is. Tegelijk met het Bor zal voornoemde wetswijziging in werking treden. Vanaf dat moment zal voor de tijdelijke omgevingsvergunning tevens de reguliere afhandelingstermijn van 8 weken (te verlengen met 6 weken) gelden.

Leegstandwet: een stap in de goede richting

Al met al zijn de wijzigingen van de Leegstandwet een stap in de goede richting. Eerst na wijziging van het Bor – vooralsnog onduidelijk wanneer dat zijn beslag zal gaan krijgen - zal de beoogde stimulans om tijdelijke transformatie van kantoorgebouwen te faciliteren met een 10 jaar exploitatietermijn en daarmee de terugverdientermijn van de noodzakelijke investeringen realistischer te maken, echt een feit zijn. Vooralsnog loopt tot nader order het stuk op regels uit het domein van de ruimtelijke ordening.

Over de blogger
Dimitri Kochx

Dimitri is sinds 1999 advocaat, vanaf 2002 bij AK Advocaten. Als Managing Partner vormt hij samen met Theo Quaijtaal het Dagelijks Bestuur van ons kantoor.

Meer artikelen van Dimitri Kochx

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.