Heeft u een geliefde verloren door een ongeval? Dan moet u niet alleen het plotselinge verlies van uw dierbare verwerken, maar krijgt u ook vrijwel zeker te maken met verlies van inkomsten terwijl de vaste lasten doorlopen. En hoewel het ongetwijfeld niet het eerste is waar u aan denkt, kan het u zowel emotioneel als financieel lucht geven om aanspraak te maken op overlijdensschade.
Overlijdensschade en de kosten van levensonderhoud
In een eerder blog vertelde ik u
wat overlijdensschade is en wie er recht op hebben. Kort gezegd is overlijdensschade de schade die nabestaanden lijden als iemand overlijdt door een ongeval dat door iemand anders is veroorzaakt. Degene die verantwoordelijk is voor het ongeval moet de overlijdensschade vergoeden. De regels hierover liggen vast in artikel 108 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Volgens dat artikel vallen verschillende soorten schade onder overlijdensschade. Kosten van levensonderhoud bijvoorbeeld, vallen ook onder overlijdensschade.
Had uw overleden dierbare dus een inkomen waarmee hij of zij geheel of gedeeltelijk in uw levensonderhoud voorzag? Dan komt (een deel van) het weggevallen inkomen als schade voor vergoeding in aanmerking. Als de overledene een familielid was is het daarvoor niet nodig dat u samen in één huis woonde. U moet uiteraard wel kunnen aantonen dat de overledene bijdroeg in uw levensonderhoud.
Overigens heeft u niet alleen recht op overlijdensschade als er inkomen wegvalt. Ook als de overledene een (groot) deel van de opvoeding van de kinderen, het huishouden en/of het onderhoud van huis of tuin voor zijn of haar rekening nam, kunt u geconfronteerd worden met hoge kosten om deze werkzaamheden op te vangen. Ook deze schade, voor
onderhoud in natura, komt voor vergoeding in aanmerking.
Financiële behoefte nabestaanden
Bij de berekening van overlijdensschade wordt gekeken naar de financiële behoefte van de nabestaanden: wat hebben zij nodig om op dezelfde voet door te leven als voor het ongeval? En welk inkomen is daarvoor nog beschikbaar? Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met het inkomen dat wegvalt, maar ook met weggevallen uitgaven. Zo wordt de hypotheek vaak lager door een uitkering van de levensverzekering, hoeven er minder boodschappen te worden gedaan en vallen er soms dure hobby’s weg.
Daarnaast wordt er rekening gehouden met het mogelijk toekomstig inkomen van de overledene. Had de overledene een eigen bedrijf en nét flink geïnvesteerd in uitbreiding? Of was de overledene een verdienstelijk zangeres en had zij nét een platencontract getekend? Dan zal er een inschatting moeten worden gemaakt van de toekomstige inkomensstijging.
Het zal u daarom niet verbazen dat het berekenen van overlijdensschade vaak erg ingewikkeld is.
Berekening overlijdensschade
Sinds 2014 wordt er een nieuwe rekenmethode gebruikt om overlijdensschade te berekenen. De vorige methode was erg verouderd en niet uit te leggen aan nabestaanden. Het maakte van de berekening vaak een lijdensweg vol langdurige en ongepaste discussies tussen de aansprakelijke (verzekeraar) en de belangenbehartiger van de nabestaanden. Nabestaanden voelden zich daardoor vaak nog een keer slachtoffer.
Ik ben vanuit mijn lidmaatschap van
de Letselschade Raad nauw betrokken geweest bij de ontwikkeling van de Richtlijn Overlijdensschade (en de nieuwe rekenmethode). Deze methode sluit veel meer aan bij de realiteit en wensen van de nabestaanden. Bovendien is het met dit model voor nabestaanden veel duidelijker hoe de schadevergoeding wordt berekend.
Wilt u meer weten over de berekening van overlijdensschade? Lees dan
hier hoe overlijdensschade wordt berekend.
Vragen?
Heeft u vragen over overlijdensschade? Neem dan gerust
contact met mij op.
Fotocredits: Jacob Lund / Adobe Stock
